De waterkant wordt ruig verweerd,
het rietland goud en roest van dracht;
vandaag heb ik mijn boot gemeerd
bij ’t huis dat naar de winter wacht.
Van zwerfse tochten teruggekeerd
draag ik in mij nog al de pracht
der dagen, die thans ongedeerd
over de drempel wordt gebracht.
Laat hier de winter en zijn macht
mij vinden, op het werk gekeerd,
in stilte, overrijk bevracht, -
het nutteloze afgeweerd.
Dit pareltje van Ida Gerhardt wil ik heel in het bijzonder opdragen aan de cursisten die in september hun boot hebben gemeerd bij het huis van “het derde jaar”.
Het is een nieuw huis, we moeten het samen nog een beetje verkennen, om te wennen aan de geluiden en hebbelijkheden die eigen zijn aan al wat mensen bouwen. De trap durft al eens kraken, ook als daar niemand is, en hier en daar schuurt een scharnier, niet van sleet maar van nieuwigheid. Maar het is een goed huis, vooral door wat de “zwervers” die er aanmeren zelf meebrengen.
Als docent mocht ik de voorbije weken vaststellen dat er muziek zit in wat onze derdejaars naar de lesdagen meebrengen, en dat ze zich tussentijds – in stilte, zoals Ida Gerhardt zegt – naar het werk keren. Ze zijn niet allemaal overrijk bevracht, maar wat ze verzamelden brengen ze ongedeerd over de drempel.
Indien ik wat jonger was, zou ik wellicht beter thuis zijn in allerlei informaticatoestanden. Dan had ik in plaats van bovenstaand gedicht als intro ook wat muziekjes kunnen “streamen”. De jaargetijden van Vivaldi, of Bach – de Brandenburgse concerten – maar bij momenten misschien toch ook wel een of andere versie van de Stabat Mater, de diepbedroefde moeder … Ook in de muziek liggen mooie beelden voor het rapen om het gevarieerde en variabele traject van het derde jaar te schetsen.
Maar het is nu al duidelijk dat we straks, aan het einde van het derde jaar, weer schitterende muziek te horen krijgen. Dat moet niet noodzakelijk de triomfmars uit Aïda zijn, of – God verhoede – het slavenkoor uit Nabucco. Maar we wensen onze derdejaars elk hun eigen sprankelend muziekje toe.
Wedden dat het – alweer – echte meezingers en evergreens worden? Daarvoor hoef je geen Bach of Vivaldi te zijn. Drie akkoorden – mits goed gekozen en zuiver gespeeld - zijn genoeg voor een aanstekelijk deuntje dat de tijden trotseert.
Koen Dhoore