Ine "Ik heb een hart voor koeien"

Het is een boeiende en spannende tijd voor Ine Craenhals. Ze rondt binnenkort de 2 -jarige opleiding Biologische Landbouw bij Landwijzer af. Ze kijkt nu hoe ze kan instappen in een biologisch gemengd bedrijf om er in samenwerking met andere boeren de kleinschalige rundveehouderij en melkverwerking voor haar rekening te nemen.

Ine had haar diploma restauratie-conservatie op zak en twijfelde welke weg ze zou inslaan, toen ze de opleiding Biolandbouw van Landwijzer leerde kennen. Ineens viel er voor haar veel op z’n plaats! Er leken veel bezwaren tegen het idee om zelf te beginnen boeren: het financiële aspect, ze is niet van boerenkomaf, …  . Maar ze voelde dat dit was wat ze wou doen, en startte met een voorstage op het gemengd bedrijf De Kijfelaar in Noorderwijk. “Ik leerde er alle landbouwtakken kennen, en voelde me vooral aangetrokken door de koeien. Die interesse bleef tijdens de opleiding terugkomen. Maar koeien, dat leek zeker niet realistisch als starter in de landbouw…  Toen ik na lang aarzelen de koeien echt toeliet, bracht het mij rust, focus en veel nieuwe contacten.”

Zo kwam Ine, voor haar tweede stage, terecht bij Tom Troonbeeckx van de Boerencompagnie, die, naast de groenteteelt, pas gestart was met koeien. De Boerencompagnie is een kleinschalig gemengd landbouwbedrijf aan de rand van Leuven. De drie boeren Tom (Het Open Veld), Michel (’t Lindeveld) en Brecht (Entèrra), verlieten hun eenmanszaken om met de coöperatie Boerencompagnie samen één duurzamer geheel te vormen. Volgens de principes van CSA, landbouw gedragen door een gemeenschap, werken ze aan een open bedrijf met gesloten cirkels.

Ine: “De koeien zijn hier nog niet lang, maar voor mij zijn ze het middelpunt van het bedrijf geworden. Ze brengen meer leven, geven een extra dimensie. Ze vormen de brug tussen planten én mensen. Door hen ben ik erg geïnteresseerd in kruiden in het gras. En zij trekken de aandacht van voorbijgangers die dan ook met mij een praatje maken. Ik vind het belangrijk dat koeien verschillende functies hebben op een gemengd bedrijf. We houden ze in de eerste plaats voor de mest zodat we vruchtbare compost kunnen maken voor de groenteteelt en akkerbouw. Daarnaast geven ze ons melk en vlees. En wij telen het voeder voor de dieren: grasklaver en luzerne. Deze gewassen zijn goed voor de bodem en brengen rust in de teeltrotatie. Zo kunnen we de kringloop sluiten, en krijgt de koe weer haar plek in het landbouwsysteem. En maken we, naar mijn gevoel, werk van een natuurlijke en evenwichtige landbouw.”                                                

Voor haar afstudeerproject van Landwijzer onderzocht ze de mogelijkheden van kleinschalige veehouderij, binnen de Boerencompagnie. “Ik vertrok van de realiteit, waaronder een kleine stal, en een situatie waarbij ik 14 koeien kan melken. De kudde, met stieren en jongvee, zal zowat het dubbel aantal bedragen. Zo’n klein bedrijf rendabel maken is niet makkelijk als je afhankelijk bent van de onvoorspelbare verkoop van boter en yoghurt in een winkel of op de markt. Als ik echter binnen een gemengd bedrijf zuivelpakketten kan aanbieden, volgens het principe van CSA, aan bijvoorbeeld 60 aandeelhouders, dan wordt het financieel haalbaar. Dan dragen we de kosten met alle schouders, kan ik me toeleggen op het verzorgen van de koeien en het verwerken van de zuivel, en kan ik de leden kwaliteitsvolle, lokale en betaalbare zuivelpakketten aanbieden. En af en toe, wanneer ik dieren laat slachten, kan ik vleespakketten verkopen.”De slotsom van Ine’s afstudeerproject is dat deze kleinschalige veehouderij binnen een gemengd bedrijf, waarbij de koeien drie doelen verenigen, haalbaar is. Maar dat wil niet zeggen dat alle drempels al zijn weggewerkt: “Eigenlijk zitten we tussen twee uitersten: een wetgeving voor hobbytelers en één voor grote veehouders. Een middenweg is er niet. We moeten dus voldoen aan dezelfde voorwaarden als de groten, en gelijkaardige investeringen en evenveel administratie doen. Die kosten moeten we wel verdelen over veel minder melk en nog minder vlees. Het blijft balanceren en kijken wat wel en niet kan om het haalbaar te maken. Zo werken we bijvoorbeeld veel met 2e handsmateriaal. Hoewel wetgeving en beleid weinig rekening houden met kleine gemengde bedrijven, geloof ik in de duurzaamheid ervan. Binnen de Boerencompagnie is er veel bereidheid tot samenwerking. Ik heb de voorbije jaren ontzettend veel geleerd en ik weet wat ik wil: een kleine kudde dubbeldoelkoeien op een gemengd bedrijf. En ik hoop dat ik dit de komende jaren zal kunnen waarmaken.”
                

mei 2017

Meer info: www.boerencompagnie.be