Een inkijk in de stagepraktijk: Channe op 't Legumenhofke en De Vaerendriesch-hoeve

Channe Haine zit in het eerste jaar van het Leertraject Bio- & BD- Landbouw in Leuven. Ze loopt stage op CSA ’t Legumenhofke in Bierbeek en De Vaerendriesch-hoeve in Hoeleden.  Vanuit het 'terugdromen naar vroegere tijden' kijkt ze vooruit richting een professionele toekomst in de biolandbouw. Ondertussen doet ze ervaring en kennis op bij twee bedrijven. Channe vertelt met enthousiasme over o.a. haar liefde voor asperges, duizenden plantjes die de grond in moeten, de zorg voor de koeien, vragen over mechanisatie en zoveel meer.


 

De voorbije jaren vertoefde ik regelmatig op enkele interessante plekken. Ik zat daar met mijn handen in de grond, kon er tussen en met dieren werken en zijn, maakte het boerenleven een stukje mee. Ik denk dan aan CSA de Witte Beek, de Appelfabriek, vzw den Dolaard (alle drie in Vlaanderen) en wat langer geleden Maison Mondstupfer in de mooie vallei van de Quint (la Drôme, Frankrijk). Intussen groeide en groeit mijn eigen moestuin verder. De familie kreeg er met het Vremdveld een paar jaar geleden een bioboer en boerin bij. De zin om zelf ook een opleiding biolandbouw te gaan volgen, wakkerde meer en meer aan. De stap om me in te schrijven bij Landwijzer bleef lange tijd te groot. Vorige zomer deed ik het dan toch. Eindelijk! Oké, toegegeven, landbouw en ik, daar zit ook wel wat ‘terugdromen’ naar vroegere tijden in. De tijd dat we bv. met de ganse familie bij mijn grootouders het stro mee gingen botten en inhalen. Of dat we als kleinkinderen de bloedworsten mochten draaien nadat we het varken een laatste keer hadden horen roepen op de binnenkoer van de boerderij. Of dat we mee moesten trekken als een kalf of veulen ‘er niet vanzelf uitkwam’, we samen de stallen uitmestten en zo veel tijd tussen de dieren doorbrachten. Waar de opleiding me ‘precies’ zal brengen? Dat weet ik (nog) niet. Ik vertrouw erop dat dat zich gaandeweg ‘toont’.

Ik koos voor een stage bij CSA ’t Legumenhofke (Bierbeek, bij Greet en Sofie) en een stage bij De Vaerendriesch-hoeve (Hoeleden, bij Jarno en Luc). Eén van de redenen was dat ze in de buurt zitten en me de kans geven de regio waar ik leef qua (bio)landbouw van binnenuit verder te leren kennen.

Ik kan verschillende woorden bedenken om de beide boerderijen en boer.inn.en te typeren en tegelijk ook het interessante als stageplaats te beschrijven. Voor mij schieten deze er toch uit:

  • Duidelijke visie, merkbaar in de praktijk, in combinatie met ‘goeie (luidop!) tellers/rekenaars en denkers/durvers’. Keuze voor biologisch en extensief vanuit de overtuiging dat dat het beste is voor ‘veel’.
  • Pedagogisch interessante plekken, elk op een verschillende manier, met een heel verschillende stijl. Favoriete pedagogische uitspraak: ‘Probeer maar’. Daarnaast ‘niet kunnen zwijgen over hun vak’, amateurs als in grote lief-hebbers van hun vak.
  • Geoefende waarnemers, bescheiden t.a.v. de complexiteit van ‘leven’. Reflectief en (zelf)kritisch (ook luidop).
  • Beide bedrijven zitten in een overgang/’doorgang’ naar iets nieuw. Beiden zitten in een veranderingsproces waarbij een goeie mix van belangrijke ‘skills’ en condities belangrijk zijn. ’t Legumenhofke settelt zich verder in Bierbeek. Ze gaan verder aan de slag met zorg voor de bodem en biodynamische landbouw. De Vaerendriesch-hoeve maakt de overgang naar biobedrijf en o.m. een systeem van dagelijks omweiden, met Jarno mee aan de knoppen van de boerderij.

De voorbije weken in ... ’t legumenhofke - Bierbeek – CSA biologisch groentepakkettenbedrijf

 ‘Asperge, de diva onder de groenten’. 

De asperges beginnen ter sprake te komen. Eindelijk. Al jaren neem ik me voor ze zelf te beginnen telen. Enige luiheid in combinatie met vergeetachtigheid winnen het toch telkens van ‘ze staan op hun plek’. Top dus dat het er nu eindelijk van komt om het te leren. Ik kijk al uit naar de eersten op mijn bord.

’t Legumenhofke teelt asperges op twee percelen. Eén perceel ligt in Neerijse (waar het bedrijf oorspronkelijk gehuisvest was). Dat perceel is uitdovend. De teelt daar is dan ook in samenspraak en ‘samenoogst’ met de Appelfabriek. Het andere ligt aan de boerderij in Bierbeek. Dat vind ik interessant, bv. omdat op beide percelen andere groeicondities heersen. De grond, de omgeving, het ‘klimaat’ zijn heel verschillend op beide stukken. Dat is meteen voelbaar tijdens de ‘grote-aspergebedden-kuisdag’ in Neerijse. Het is er aangenaam qua uitzicht, omgeving, energie. ‘Un petit paradis quoi’. En ik mag daarin ‘werken’… De grond is er droger. De onkruidgroei is heel weelderig… Het vraagt doorzetting. In mijn hoofd merk ik die ochtend de gedachte ‘Woep, wat een wildernis. Wanneer gaan we hier mee klaar zijn!’ Ze verandert gaandeweg in ‘me overgeven aan de handelingen van het op orde brengen van het perceel’. In droge, zanderige grond gedraagt het onkruid zich zeer gewillig, zeker in vergelijking tot het ander perceel in Bierbeek. Een meevaller dus.

We werken er een ganse dag. Gaandeweg versterken enkele vrijwilligers ons. Ik geniet van een dag tussen stille, harde werkers, weinig woorden en eens andere geluiden dan in Bierbeek. Een te vroeg kopje van een groen-paarse is al te zien. De eerste recepten komen spontaan in mijn hoofd. Het lukt me niet om mijn mond te houden tegen wie de asperge culinair (nog) niet omarmd heeft.

In Bierbeek ligt het aspergeperceel behoorlijk opgeruimd te ‘wachten’. De miskanthus (olifantgras) vervult goed haar functie van bedekking. In vergelijking met bv. courgetten, zijn asperges en miskanthus wel een ok-match, vertelt Greet. De zeer ‘houtige’ miskanthus moet nog veel verteerd worden. Dat trekt voedingsstoffen weg van de groenten. Bij asperges is dat niet erg omdat die weinig stikstof nodig hebben, leer ik.

In de winter ruimden we de oude stengels op en haalden het onkruid weg. Die stengels, dat had eigenlijk al weg gekund vanaf ‘Sinterklaas’, zegt Greet. Het is altijd kiezen tussen verschillende doelen. Greet koos voor ‘wachten tot nu’, ondanks de waarschuwingen voor de aspergekever en –vlieg in (afgestorven) loof. Het loof doet op die manier o.m. nog wat dienst als windbreker, zegt ze. Erosie heeft zo minder kans, zeker daar, op een nog meer open veld, met een heg in opbouw. Die openheid geeft anderzijds de wind meer vrij spel waardoor schimmels misschien minder kans maken bij de asperges? Af en toe zie ik een lieveheersbeestje. Zouden die weten of de aspergekever in de buurt is? We hebben hier nog wat werk om de bodem verder te helpen herstellen, weet Greet. Het gaat de goeie kant uit, lijkt me, mee dankzij de inspanningen van Greet en co. Regenwormen zijn al veelvuldiger te zien dan een tijd geleden, zegt ze.

Deze weken halen we nog distels en ander ‘onkruid’ weg. Allé vooruit, het kan beginnen ‘boomen’. En dan, 20 april, start de oogst in Bierbeek.

Wat me nog opvalt, is dat de meeste asperges met hun kopjes richting het Noorden groeien. De diversiteit tussen de groenten is ook groot: smalle, dikke, kromme, kaarsrechte, einzelgängers, trosjes-exemplaren die quasi samen boven komen, enz. Wat zou de invloed zijn van de jeugdigheid van de aanplant en van de grondsoort hierop? Als ik extra tijd vind, zou ik nog eens naar Neerijse willen fietsen om de bouw en de opkomst van de asperges daar te kunnen vergelijken met die van hier.

Alles dat ‘een dik anderhalf mes hoog’ is, snijden we voorzichtig af. Een aantrekkelijke eerste bak. Ze zijn nu nog bestemd voor verkoop via een hoevewinkel. In week 18 zitten ze in de groentepakketten van de leden.

Benieuwd naar de nakende ‘aspergedruk’. Of, met andere woorden, of ik het nog zo’n ‘plezante’ groente ga vinden als ze daar elke dag staat te ‘duwen’ om geoogst te worden. Want ‘duwen’, dat doen ze blijkbaar vanaf heel binnenkort, massaal, zonder enige vorm van compassie voor de boer.inn.en. Maar bon, anders is er nog altijd Bles, het ‘vrankste’ schaap van de troep in ‘t Legumenhofke. Die lust blijkbaar ook asperges.

Planten, planten, planten, planten, planten en … nog eens planten en de eerste pakkettenoogst. 

Mijn stage bij ’t Legumenhofke begon in volle ‘nazomer- en najaars-plantperiode’. Momenteel is het opnieuw van dat: planten moogt gij doen! Duizenden plantjes gaan de voorbereide, verzorgde grond in. En wat niet geplant raakt, dat krijgen Ineke (de andere stagiaire), ook vaste vrijwilligers en ikzelf, mee naar huis. Ik laat me weer vangen om te veel plantjes mee te nemen, vanuit de wil om zo weinig mogelijk verloren te laten gaan. Vrijgevige Greet is sterk tegen verspilling. Ze zoekt andere kanalen bv. voor te veel plantgoed of groenten die de leden niet meer ophalen omdat het ook bij hen soms echt genoeg is. Ik wil het zelf nog wat afleren om veel te veel te proberen recupereren (in de herfst fietstassen vol nog halfgoeie pompoenen of kolen en nu dus veel plantgoed).

Door de aankoop van een nieuwe tractor kunnen de plantmachines van de Witte Beek makkelijker gebruikt worden. Mechanisatie is niet echt mijn sterkste kant, integendeel. Ik heb er ook vragen bij. Tegelijk merk ik het ‘gemak’ (meestal toch) van een goeie machine. Daarnaast is het voor mij een mooi voorbeeld van hoe buur-boer.inn.en elkaar kunnen ondersteunen. Om zo samen hun werk haalbaar te helpen houden. Met, in plaats van naast of tegen elkaar. Soms een uitdaging, soms een ‘fluitje van een cent’.

Planten dus. Deze dagen kunnen we dat dus vaak machinaal. Sommige gewassen planten we (ook) handmatig. Ik leer enkele ‘tricks’ bij, kleine en grote nieuwigheden over verschillende teelten. Mijn kennis zat op (grote) moestuinniveau. Die kennis trek ik gaandeweg op naar een bedrijfsmaat. Kwaliteit (‘het moet presenteren zoals in de winkel’), arbeidsduur, kostprijs, zijn aspecten waar ik inzicht in probeer te verwerven. En, verrassend, ik vind dat boeiend.  

Ik merk een licht stijgende zenuwachtigheid op het bedrijf. Een machine, die voor de zomerprei lastig afgesteld geraakt, flirt met de nervositeit die eigen is aan de start van het pakkettenseizoen. Tof om dan, naast Greet, ook ‘technische Sofie’ in het bedrijf te hebben. Ook zij houdt ervan om ons allerlei zaken te tonen en uit te leggen. Mijn technische kennis en handigheid kunnen een verdere opschaling zeker gebruiken. Ik merk wel al verschil in interesse en, laat ons zeggen, een begin van nieuwe inzichten en handigheid. Dat is toch al dat.

De verhuis van Neerijse naar Bierbeek vroeg opnieuw een soort opstart als bedrijf. Ze moeten opnieuw alles leren kennen dat, vanuit deze nieuwe omgeving, impact heeft op de groei van de groenten maar evenzeer op de mogelijke afzet, arbeidsduur, enz. Dat weegt toch wel wat op een mens zijn veerkracht, denk ik, naast de stevige uitdagingen van het weer, huidige tendensen in de landbouwsector en ‘het leven van vandaag’.

Voorbije tijd in… De Vaerendriesch-hoeve – gemengd bedrijf - Hoeleden

Mijn doel was om hier een korte winterstage te lopen. Ik ben blijven plakken. Hoezo? Ik schets het hier, compleet onvolledig, in een 2e reeks kernwoorden/zinnen.

Streekeigen ‘dubbeldoel’ koeien, een kleine troep schapen en akkerbouw – koeien met een nieuwsgierig en rustig karakter – ‘Oefen zo veel mogelijk om te leren beoordelen of een koe goed gebouwd is en vermijd zo allerlei problemen achteraf’ – koeien en schapen als ‘ondersteuning’ / ifv de akkerbouw – natuurinclusieve manier van werken - extensieve bedrijfsvoering – (bio)diversiteit - ecologisch, landschappelijk, sociaal en cultureel – instandhouden van erfgoedrassen - circulair systeem – lokaal – korte keten – ferme hoevewinkel (genoeg keuze van producten voor je ontbijt en meergangenmaaltijden) – samenwerkingen - ‘Vraag je eerst heel goed af wat je wil met je bedrijf? En kies dan ‘alles’ in functie daarvan.’ – ‘Wees heel kritisch voor de dekstier’ - ‘Koop de juiste koe! OF ‘Probeer om datgene dat genetisch in je koe-ras zit, er uit te halen, niet iets anders.’ –Koeien zijn kuddedieren, dus zoek hoe je daar kan op inspelen.’ - strevend naar autonomie – kruidenrijk grasland! – ‘Een koe eet met haar tong. Respecteer dat zo veel mogelijk met je voeder’– natuurlijke geboortes – ‘de juffrouw in de wei’ - uitgebreide mechanisatie – systeem van dagelijks omweiden –  ‘Nieuw-Zeeland’ - ecologische begrazing van het Heibos – boerentrots - efficiëntie – ‘stel vaak genoeg de vraag naar arbeidsinzet en andere kosten’– pedagogisch zeer sterke boeren – rustig en nieuwsgierig, ondersteunend en vriendelijk uitdagend (net zoals hun koeien) - ‘ge moet er staan hé’ – ‘Lars, Mats, Thijs, van jongsafaan mee op de baan, ‘mijn’ jongste stageboeren’ – al verschillende generaties lang familiebedrijf – open – gastvrij – een plaats-voor-mij-aan-de-keukentafel – zorg -  boeren als manier van leven.

Wat ik (actief) meedoe en deed: melken en alles wat daarbij komt kijken (van koeien halen tot de ‘opruim en afwas’), mest-ruimen in de ‘wachtplaats’ en de ligboxen, strooien, voederen, hygiëne van de drinkbakken, scheren, meten van de kalfjes en vaarzen, oornummers checken en inbrengen, weidepalen zetten, omheiningen controlleren en herstellen, koeien naar de weiden brengen en weer terughalen, mest uitrijden, grond voorbereiden voor inzaai voeder- en andere gewassen, onderhoud mechanisatie, administratie, verpakken na de slacht, assistentie veearts, waarnemingsoefeningen, enz.

Tijdens en na de 1e stagedag dacht ik ‘ohjee, een koe is toch groter dan ik dacht of me herinnerde, zeker als je er zo de ganse tijd tussen staat. Doe ik wel verder hier?’ Jarno had geduld en ging tegelijkertijd niet mee in mijn aarzeling. Die 1e avond contacteerde ik ook medecursist Niels, de ‘help-lijn’. Hij was toen al enkele maanden 1e jaars stagiair bij de Liereman... ‘Verbind u zoveel mogelijk met de koeien’. Dag 2 stond ik (aarzelend) mee koeien te scheren. Intussen ben ik op mijn gemak met een zekere dosis voorzichtigheid. Ook daar dus vind ik het een bijzondere plek. En ik leer veel bij, van jong en minder jong, over veel.

Ik ervaar deze dagen op beide boerderijen wat het is om ‘door te doen’: omdat de ‘condities’ goed zijn, omdat het plantgoed dringend de grond in moet, omdat de loonwerker asap moet kunnen komen voor inzaai van de voedergewassen en er daarna nog een 2e keer gemolken moet worden, omdat dit en dat nog moet, omdat, omdat… ‘Ik kuis mijn schup af’, telkens in het besef dat het daar nog niet gedaan is voor die dag. ‘Verlangens’ trekken langs alle kanten aan je als boerin. Hoe ‘manage’ je dat? Benieuwd naar het vervolg.


Foto's en tekst: Channe Haine
Channe zit in het
 eerste jaar van het leertraject biologische en biodynamische landbouw in Leuven. Voor meer info over de opleiding, neem een kijkje op https://www.landwijzer.be/leertraject

Naar overzicht nieuwsbrief mei 2022