Verslag studiedag NEWBIE-project ivm nieuwe verdienmodellen in de landbouw

Op vrijdag 14/02 ging in Leuven op de campus van het Geo-Instituut van KU Leuven een studiedag door rond het belang van nieuwe verdienmodellen in de landbouw. De dag was hoofdzakelijk gericht op de Vlaamse landbouwhogescholen en –universiteiten. Doel was om samen te onderzoeken hoe in de verschillende leergangen nieuwe verdienmodellen in de landbouw meer aan bod kunnen komen en of daarrond eventueel kan worden samen gewerkt en uitgewisseld. Het werd een boeiende en leerrijke uitwisseling.

Aangezien Landwijzer, De Landgenoten en het CSA-Netwerk in een onderlinge samenwerking deelnemen aan de stuurgroep van het Newbie-project was Landwijzer present om wat toelichting te geven bij de wijze waarop we binnen ons Leertraject Bio- & BD-landbouw werken aan het vorm geven van zulke nieuwe verdienmodellen.

Het Newbie-project is een Europees uitwisselingsproject met als doel nieuwkomers in de landbouw (zowel nieuwe starters als overnemers) meer te ondersteunen door in kaart te brengen wat het intreden in de landbouw moeilijk maakt, door goede voorbeelden in de kijker te plaatsen en door aanbevelingen te formuleren naar overheid en beleid. De Vlaamse partner in het project is de KU Leuven. Vanuit de vaststelling dat nieuwe verdienmodellen in de landbouw nog onvoldoende aan bod komen in Vlaanderen in het landbouwonderwijs en de landbouwvorming, besloten de uitvoerders van het  project een studiedag te organiseren voor de landbouwscholen. KUL, RUG, Odisee, Vives en Thomas Moore waren met een vertegenwoordiger aanwezig of brachten indirect informatie in. Daarnaast waren ook de overheidsinstellingen rond beleid en onderzoek goed vertegenwoordigd (Beleidscel Departement Landbouw, VLIF, SALV, ILVO, …) en tekenden ook Boerenbond, Steunpunt Korte Keten en KBC present. Kortom: veel kennis en expertise aan één tafel.

Prof Erik Mathijs (KUL) trapte de bijeenkomst af met een presentatie waarin hij het belang van het werken rond verdienmodellen in de landbouwopleidingen benadrukte en ook aangaf in welke vakken dat aan bod kan komen en hoe de verschillende onderwijsinstellingen onderling kunnen samenwerken om materiaal (zowel lesmateriaal als bedrijfsconcepten) uit te wisselen.

Daarna volgde een presentatie waarin ik gevraagd werd toe te lichten hoe we binnen Landwijzer omgaan met het ontwikkelen en onderbouwen van duurzame bedrijfsmodellen in de landbouw en dit vanuit de nu ruim 22 jaar ervaring die we daarmee hebben.

Kernpunten in die presentatie waren allereerst het benadrukken dat we vanuit Landwijzer niet zozeer focussen op verdienmodellen (waarbij in hoofdzaak de economische component centraal staat) maar veeleer op bedrijfsmodellen die gestoeld zijn op 5 duurzaamheidspijlers:

  • ecologische duurzaamheid (veerkracht, biodiversiteit, grondgebondenheid, …)
  • economische leefbaarheid (stabiele afzet, eerlijke verloning, …)
  • sociale integratie (participatieve landbouw, community-building, korte keten, …)
  • duurzame bedrijfsstructuren (geschikt voor samenwerkingsverbanden, overdraagbaar,  …)
  • een globale visie die de 4 voorgaande pijlers verbindt.
     

Dit in tegenstelling tot het feit dat op de landbouwscholen verdienmodellen blijkbaar hoofdzakelijk (tot uitsluitend) aan bod komen in de economische vakken.

Daarnaast heb ik ook benadrukt dat we in het Landwijzer-leertraject bij het vorm geven van nieuwe, duurzame bedrijfsmodellen niet vertrekken vanuit opportuniteiten in de markt (nicheproducten, nieuwe hypes, cash-crops, …) maar vanuit de mens. In het leertraject, dat bewust is opgebouwd naar het model van een organisch leer- en veranderingsproces (Theorie U), nodigen we onze cursisten actief uit om eerst te onderzoeken welke bio-boer of –boerin zij willen zijn. Waar gaat hun passie naar uit? In welke tak van de landbouw willen ze actief worden? En welke extra’s willen ze daaraan verbinden? Pas als dat duidelijk is, gaan ze aan de slag  met het ontwerp van hun toekomstig project. Ook dat lijkt in veel landbouwopleidingen anders te lopen. Ondersteunende diensten (zoals het Steunpunt Korte Keten of de verbredingsconsulent van Boerenbond) beaamden dat ook zij vast stellen dat het duurzaam tot stand brengen van nieuwe verdienmodellen in de landbouw (op bestaande bedrijven) gepaard gaat met veel maatwerk en individuele begeleiding. Ook dat maakt deel uit van de aanpak in ons leertraject waar de cursisten naarmate hun traject vordert, steeds meer individuele begeleiding en coaching krijgen bij het uitwerken van hun project.

Vervolgens gingen de aanwezige scholen en diensten in gesprek met elkaar rond de vraag hoe zij kunnen samen werken om meer aandacht te besteden aan dit thema in de diverse opleidingen. Ook de overheidsdiensten bevestigden dat via diverse beleidsinstrumenten meer ondersteuning zal worden geboden aan projecten die nieuwe verdienmodellen ontwikkelen. Bijzonder aangenaam was het om vanuit deze kring een lovend compliment te ontvangen aan het adres van Landwijzer. Het Landwijzer-leertraject werd er benoemd als quasi de enige landbouwopleiding in Vlaanderen voor 18-plussers die zich nog volledig richt op het opleiden van actieve boeren. De meeste andere landbouwopleidingen leiden in toenemende mate vooral mensen op die later in allerlei ondersteunende en omkaderende diensten zullen werken, zoals toeleveranciers, onderzoek, overheden, vorming, controle, handel, enz.  

Er werd alvast besloten om dit overleg verder te zetten en volgend jaar opnieuw een bijeenkomst te plannen.

Geert Iserbyt