De bomen komen uit de grond
en uit hun stam de twijgen,
en iedereen vindt het heel gewoon
dat zij weer bladeren krijgen.
We zien ze vallen naar de grond
en dan opnieuw weer groeien.
Zo heeft de aarde ons geleerd
dat al wat sterft zal bloeien.
Er zijn van die momenten waarop een gevoel van simpelweg-gelukkig-zijn je overvalt, zoals de zon die plotseling toch door een dik, grijs wolkendek geraakt. Ik kan het moeilijk anders omschrijven, het moment waarop ik bovenstaand gedichtje ontdekte in het afstudeerwerk van een van onze cursisten. Een beloning voor nachtelijke uren tekstflarden ontrafelen en cijfers ontcijferen. Zowel het werk als de beloning zou ik voor geen geld willen missen …
Een Nobelprijs voor de literatuur is er aan dit gedichtje niet verloren gegaan, maar hoe wijs is de inhoud, in al zijn eenvoud! Het is maar één voorbeeld van de talloze citaten, verzen, bedenkingen en bedenksels van de grote denkers van deze wereld (of van de minder beroemde, maar niettemin toch hoogst originele denkers onder onze cursisten) die de afstudeerwerken bij Landwijzer kruiden als kostbare specerijen.
Natuurlijk zijn filosofie en poëzie altijd weer inspirerend. Maar nog veel belangrijker zijn de woorden waarmee de nieuwe boeren zelf hun eigen bedrijf van de toekomst vorm geven, in de naam die ze hun project geven - een sprankelende bron van verbeelding - en in de visie en missie die ze voor hun boerderij uitschrijven.
Aan hun idealen liggen de aloude boeren-waarden ten grondslag: die eigenaardige mengeling van deemoed en trots, het onwrikbaar vertrouwen dat “het” op de een of andere manier toch goed komt, het eeuwige geduld met wat zich toch niet dwingen laat. En bovenal: ontzag voor het leven, en voor wat het leven overstijgt. Deze waarden worden verwoord in een nieuwe en actuele vertaling, maar ze zijn er, ontegensprekelijk!
In de voorbije halve eeuw van industrialisering (en banalisering) van de landbouw waren we dat even kwijt, maar met de nieuwe boeren ontkiemt opnieuw – in eigen taal en nieuwe vormen – een echte en waarachtige boerencultuur. Op het jongste afstudeerfeest van Landwijzer waren de kiemen daarvan alweer alom tegenwoordig. Je leest er verder in deze nieuwsbrief meer over.
We zien het nog niet altijd, en we zijn er ons nauwelijks van bewust. Maar later – wellicht véél later – gaat iedereen die bloeiende landbouwcultuur weer heel gewoon vinden.
Het is een overdonderend besef: op een zaterdag in maart, onder de muizen-grijze hemel boven de Baarbeekhoeve, getuige te mogen zijn van een opwellende golf nieuwe boerencultuur.
Koen Dhoore