Opinie: Mensenrechten, dierenrechten, plantenrechten, bodemrechten, natuurrechten … Welke rechten hebben we, … en geven we?

1

 

In de landbouw gaan we dagelijks om met bodem, plant, dier, mens en natuur en in de biologische en biodynamische landbouw willen we dat doen met respect voor gezondheid, ecologie, billijkheid en zorg, de 4 basisprincipes voor de biolandbouw die IFOAM, de wereldwijde bio-beweging, heeft uitgezet. Een beetje bezinning over de eigen rechten van alle levende elementen daarin wordt steeds duidelijker een noodzaak, om zowel lokaal als globaal een duurzame landbouw vorm te geven en zelfs het recht te behouden om dat te blijven doen.

UVRMDe universele verklaring van de rechten van de mens (UVRM) dateert van 1948, kort na WO II. Op 10 december 2018 was het 70 jaar geleden dat ze werd aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Toch worden mensenrechten nog heel vaak geschonden en is het nog steeds een traag en moeizaam proces om deze rechten overal te garanderen.

De rechten van dieren zijn in Vlaanderen al jaren een regelmatig terugkerend thema in de media en de politiek. Welke rechten willen of moeten we dieren toekennen en welke rechten heeft de mens ten aanzien van hen? Over de rechten van planten wordt momenteel amper nagedacht en ook de bodem, de natuur en de aarde als geheel, hebben duidelijk nog geen algemeen erkende en gerespecteerde rechten.

Bestaan er naast het geboorterecht voor mensen ook ‘geboorterechten’ voor andere levensvormen? En wat is de bron van die rechten? Is dat de wetenschap (en zo ja, welke), de ethiek, het humanisme, de natuurlijke orde, een religie, universele spiritualiteit, … ?

Fundamenteel

Vooraleer je begint met rechten te benoemen of te claimen, is het goed om eerst even stil te staan bij de betekenis, de afdwingbaarheid of het sanctioneren (bij niet-nakomen) van rechten. Waar komen rechten vandaan? Is de mens de enige die het recht heeft om rechten toe te kennen aan zichzelf of aan anderen? Bestaan er naast het geboorterecht voor mensen ook ‘geboorterechten’ voor andere levensvormen? En wat is de bron van die rechten? Is dat de wetenschap (en zo ja welke), de ethiek, het humanisme, de natuurlijke orde, een religie, universele spiritualiteit, … ? Wellicht is er over die vragen veel minder gelijkgezindheid dan de schijnbare en toenemende ‘consensus’ over het bestaansrecht van de UVRM.

Een niet onbelangrijk detail is de opname in de UVRM van het menselijk recht op persoonlijk bezit. Dit is van een totaal andere orde dan het recht op een eigen mening, vrij onderwijs, e.d. Het recht op bezit (dus ook van dieren, planten, grond, kennis, enz.) bepaalt in grote mate het al dan niet bestaan van rechten voor andere levensvormen.

Mensenrechten, nood aan een update

In een belangrijk deel van de wereld wordt ondertussen erkend dat ieder mens het recht heeft op respect voor zijn of haar menselijke basisrechten, zolang je ten volle verantwoordelijk bent voor je daden en zelf de rechten van anderen niet schendt. We kennen onszelf als mens het recht toe op leven in vrijheid en veiligheid. Zowat 65 essentiële menselijke rechten staan beschreven in de 30 artikels van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Toch zijn er een aantal belangrijke rechten die nog ontbreken in de oorspronkelijke verklaring. Een cruciaal hiaat is tevens dat het hoofdzakelijk gaat over rechten en niet over plichten. Ook is deze hele verklaring vooral gebaseerd op de principes van vrijheid en gelijkwaardigheid maar veel minder op het principe (in recht én plicht) van solidariteit. De actuele wereldwijde vluchtelingencrisis en de wijze waarop rijke landen -ook het onze- hiermee omgaan, met de bescherming van de rechten van hun eigen bevolking als verantwoording, toont aan dat de UVRM nog veel interpretatie-vrijheid toelaat. 

2Een niet onbelangrijk detail is de opname in de UVRM van het menselijk recht op persoonlijk bezit. Dit is van een totaal andere orde dan het recht op een eigen mening, vrij onderwijs, e.d. Het recht op bezit (dus ook van dieren, planten, grond, kennis, enz.) bepaalt in grote mate het al dan niet bestaan van rechten voor andere levensvormen.

Naast die UVRM is onlangs, op aandringen van de internationale boerenorganisatie Via Campesina (in België ondersteund door FIAN), een verklaring van de rechten van boeren en boerinnen goedgekeurd in de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. 

3Die verklaring is vervolgens ook in de Algemene Vergadering van de VN goedgekeurd en dat is een mijlpaal in de rechten van de wereldwijde rurale bevolking, die als vaak uitgebuite minderheid instaat voor de wereld-voedselproductie. Gezond en duurzaam voedsel is één van de essentiële dagelijkse basisrechten van ieder mens; het is logisch dat ook de rechten van zij die daarvoor zorgen gevrijwaard worden.

Dierenrechten, toenemend aanwezig in ons maatschappelijk debat

In Vlaanderen zijn de rechten van dieren al jaren een hot item. Dit onderwerp kent vele aspecten. Het gaat zowel over het particulier houden van huisdieren, als over de wijze waarop we landbouwhuisdieren behandelen (in de veehouderij ifv vlees of vis, zuivel, eieren, bont, …), hoe we dieren opkweken in kwekerijen, hoe we dieren transporteren, verhandelen en slachten, hoe we omgaan met wilde dieren (jacht), hoe we dieren inzetten in circussen of dierentuinen en hoe we dieren gebruiken voor commercieel of wetenschappelijk onderzoek (dierproeven).

Op al deze terreinen worden misbruiken en wantoestanden steeds duidelijker en schrijnender onder de aandacht gebracht. Niet-gouvernementele dierenrechtenorganisaties spelen daarbij een belangrijke rol, zoals Gaia, Animal Rights, Animal Liberation Front, Bite Back, Dierenrecht. Maar ook de organisaties van vegetariërs en veganisten, zoals EVA en BE Vegan, laten zich niet onbetuigd in dit maatschappelijk debat. De standpunten van deze organisaties variëren van gematigd tot zeer uitgesproken.

5Gaia voert sinds enige tijd actie voor het opnemen van een bijkomende bepaling in de Belgische grondwet waarin de menselijke verantwoordelijkheid voor de zorg voor dieren als wezens met gevoel wordt benoemd. Voor een deel van de dierenrechten-activisten is uiteindelijk zelfs elke inzet van dieren voor menselijk nut ongepast en zou dit steeds meer wettelijk aan banden moeten worden gelegd. Gezelschapsdieren vallen daar voor velen wel buiten.

Ook op politiek vlak is er beweging: in Nederland bestaat al sinds 2002 de politieke beweging Partij voor de Dieren, die ook mee bestuurt; in België werd  in 2018 de tweetalige partij DierAnimal opgericht met hetzelfde doel: dierenrechten op de politieke agenda zetten.
Maar ondanks het feit dat we in dit land 2 ministers en een staatssecretaris voor dierenwelzijn hebben, is er geen kadervisie op de gewenste verhoudingen tussen mens en dier. De maatregelen die de overheid op dit vlak uitvaardigt, zijn dan ook meestal gevoed door collectieve verontwaardiging over wantoestanden en niet gebaseerd op een fundamenteel inzicht.

Welke uitgangspunten voor dierenrechten?

Opvallend in dit hele discours rond dierenrechten en dierenwelzijn is de totale afwezigheid van een richtinggevend denkkader. Door het gebrek aan een universele verklaring van de rechten van het dier, is er geen brede basis waaraan gewenste regels kunnen worden afgetoetst.  Er bestaan wel conceptteksten voor zo’n verklaring, maar die zijn niet algemeen aanvaard. Daardoor zijn de debatten rond dierenrechten en dierenwelzijn vaak een dovemansgesprek tussen aan de ene kant mensen die er nog steeds aan twijfelen dat dieren gevoelens hebben en pijn kunnen lijden en aan de andere kant mensen die vinden dat dieren in principe nagenoeg dezelfde individuele rechten verdienen als mensen omdat ze ervan uitgaan dat er geen onderscheid is tussen beide.

Het wordt in elk geval een interessante ontwikkeling. Want de professor die de leerstoel zal leiden, gaf al aan dat volgens hem in principe het eerste recht van een dier het recht op leven is. Als we dat recht op zich beschouwen, zonder de eventuele rechten van mensen ten aanzien van dieren ernaast te leggen, dan zou het bij voorbaat uitgesloten zijn dat mensen dieren doden voor eigen nut.

Nieuwe wetten op los zand

6

De wet rond het verbod op onverdoofd slachten, of anders gezegd de verplichting tot verdoofd slachten, ging  van kracht op 1 januari 2019. De jarenlang aanslepende discussie hierover en de maatschappelijke commotie rond de wantoestanden in bepaalde slachthuizen, tonen aan hoezeer we ten gronde een visie missen rond dierrenrechten en dierenwelzijn. Iedereen met gezond verstand, die de intensieve veehouderij kent, zou moeten weten dat meer dan 95 % van het dierenleed van varkens, kippen, runderen, … plaats vindt tussen de geboorte en de aankomst in het slachthuis. Geïndustrialiseerde dierlijke (over)productie en de bijhorende grootschalige transporten vormen in vergelijking met de slachtprocedures een veel langduriger cumulatie van dierenleed dan het laatste moment voor de dood.

Toch wordt al jaren de maatschappelijke focus grotendeels gericht op het moment waarop het dier wordt geslacht en is er  nu een wet van kracht die nog steeds de industriële slacht bedient en daar via een symbooldossier een betwistbare kleine ‘verbetering’ in aanbrengt. En passant zet men  ook even andersdenkende gelovigen en migranten een hak ivm hun gewoontes rond rituele slachtingen. In de praktijk gaat het in hoofdzaak om de aan de feitelijke slacht (halssnede of hersenpin) voorafgaande elektronarcose. Dat is een ‘verdoving’ door een pijnlijke elektrische schok, die zelfs bij een deel van het vee (tot 10 %) onvoldoende effect heeft. Voor een belangrijk deel van het grotere vee (o.a. runderen) is er nog geen werkbare methode ontwikkeld en er is nog heel weinig onderzoek gedaan naar het slachten met een minimum aan pijn met andere methodes dan (elektrische) verdoving of bedwelming.

8

De –misschien veel logischer- mogelijkheid om met goed uitgeruste mobiele slachteenheden opnieuw de slacht op de boerderijen zelf te faciliteren, wat voor niet-industriële veehouders en biobedrijven een goede oplossing zou zijn, is niet voorzien. Dat zou in elk geval heel wat nodeloze stress door het transport in veel te enge ruimtes voorkomen en ook een meer individueel slachtprocédé in alle rust mogelijk maken. Uiteraard hangt daar een prijskaartje aan vast maar een hogere prijs voor diervriendelijk geproduceerd vlees is ook de beste manier om de vleesconsumptie terug te brengen naar een niveau dat de draagkracht van de landbouw en het milieu niet overstijgt.  

 

7De vleesetende burger wil echter liefst in de illusie verkeren dat z’n goedkoop lapje vlees afkomstig is van een dier dat nooit geleden heeft, zelfs niet bij de slacht. En politici en dierenrechten-organisaties zetten blijkbaar liever een symbolische stap dan een doordachte stap. Sterven zonder fysiek lijden, lijkt wel het hoogste goed van dit tijdperk, zowel voor mens als dier. De ontkenning van het emotioneel en mentaal lijden dat gepaard gaat met een stervensproces, is symptomatisch voor dit hoofdzakelijk materialistisch denken.

Door alle commotie rond de uitwassen in het mainstream productiemodel is er amper notie van het feit dat er ook boeren zijn die zeer vooruitstrevende voorbeelden neerzetten van diervriendelijke veehouderij, tot en met de slacht.

Academische leerstoel

Er komt vanuit de academische wereld een initiatief om de beeldvorming wat te verdiepen. De Universiteit Antwerpen heeft begin oktober 2018 de voor ons land unieke leerstoel ‘Dier en Recht’ opgericht met als doel inzicht te ontwikkelen in het begrip ‘dierwaardigheid’ als juridisch principe en het stimuleren van het maatschappelijke debat daarrond vanuit wetenschappelijke hoek. Pittig detail: deze leerstoel kwam er niet op initiatief van de academische of politieke wereld. Deze leerstoel kwam er door de schenking van 280.000 € aan de UA door een anonieme, visionaire schenker nadat die diep geschokt was door de beelden uit het slachthuis van Tielt.

9Het wordt in elk geval een interessante ontwikkeling. Want professor Frederik Swennen, die de leerstoel zal leiden, gaf al aan dat volgens hem in principe het eerste recht van een dier het recht op leven is. Als we dat recht op zich beschouwen, zonder de eventuele rechten van mensen ten aanzien van dieren ernaast te leggen, dan zou het bij voorbaat uitgesloten zijn dat mensen dieren doden voor eigen nut. Enkel het doden van dieren, die lijden of die in hun eigen nadeel overtallig zijn in een bepaald biotoop (jacht), zou dan te verantwoorden zijn. Het zal er dus niet enkel op aankomen om de op zich staande rechten van de verschillende levensvormen te omschrijven, maar ook hun onderlinge rechtmatige verhoudingen te bepalen. Voortschrijdend inzicht; we gaan boeiende tijden tegemoet.

Boeren: de opvallende afwezigen in het debat

In de debatten rond dierenwelzijn van landbouwhuisdieren zijn boeren vaak de opvallende afwezigen. Zij zijn meestal de uitvoerende en onderbetaalde knechten geworden van een grootschalige vlees-, zuivel-, eier- of pelsindustrie en hebben daar zelf nog amper een stem in. Het zijn veeartsen, controleurs, ambtenaren, veehandelaars, slachters, dierenrechtenorganisaties en supermarkten die het discours domineren. En daarbij wordt meestal gefocust op de excessen in het industrieel model. Daardoor is er amper notie van het feit dat er ook boeren zijn die zeer vooruitstrevende voorbeelden neerzetten van diervriendelijke veehouderij tot en met de slacht.

11Binnen de biologische landbouw en dan vooral de biodynamische beweging, zijn er inspirerende voorbeelden van productiesystemen voor alle diersoorten waarin vergaande inspanningen worden gedaan om extra ruimte te bieden aan zowel groepen als individuele dieren (binnen én buiten), robuuste rassen te ontwikkelen met een grote natuurlijke weerstand, geen enkele verminking aan te brengen, diereigen rantsoenen en huisvesting aan te bieden, jonge dieren beduidend langer bij het moederdier te laten, een zinvolle bestemming te geven aan de mannelijke dieren, enz. Er zijn ook mooie voorbeelden van begeleide slachtprocessen die in alle rust verlopen met een minimum aan pijn voor het dier. In alle commotie rond de uitwassen in het mainstream productiemodel verdwijnen deze voorbeelden op de achtergrond.

Als je het mij vraagt zou een plant als minimale rechten moeten toegekend krijgen om zoveel mogelijk te kunnen opgroeien in een natuurlijke, levende bodem, gevoed met organisch gebonden nutriënten in een omgeving met natuurlijk zonlicht. Zou het kunnen dat er zelfs al een wettelijk omschreven landbouwmethode bestaat die daarin voorziet?

Hebben planten ook rechten?

De vraag stellen, is ze beantwoorden. Ook planten zijn levende wezens en steeds meer komen onderzoeken en getuigenissen in de aandacht, die blijk geven van hun meer dan louter vegetatieve bestaan. Ook hier lijkt het recht op leven een belangrijk eerste recht dat men aan planten zou moeten toekennen. Ik ben benieuwd of heel wat dierenrechten-activisten, vegetariërs en veganisten daar ook al eens over nagedacht hebben, nu zij enthousiast communiceren over de toekomstige mogelijkheden van kweekvlees en labovlees waarvoor geen levende dieren meer moeten worden gehouden. Gaan we binnenkort ook het plantaardig voedsel via celculturen in labo’s kweken zodat ook planten niet meer hoeven te lijden en gedood worden voor menselijk nut? Komt de vegan-beweging binnen afzienbare tijd met een grondwetswijzigingsvoorstel om ook de rechten en de bescherming van planten in de grondwet op te nemen? En op welke gronden zal dat dan gebaseerd zijn?

12Als je het mij vraagt zou een plant als minimale rechten moeten toegekend krijgen om zoveel mogelijk te kunnen opgroeien in een natuurlijke, levende bodem, gevoed met organisch gebonden nutriënten in een omgeving met natuurlijk zonlicht. Zou het kunnen dat er zelfs al een wettelijk omschreven landbouwmethode bestaat die daarin voorziet?

En wat met genen … ?

Alle levende wezens hebben een soort- en individu-eigen genetische code: mens, dier, plant en micro-organismen. Die genetische structuur en -diversiteit vormt, als drager van informatie, een basis voor het leven en voor de identiteit van de betreffende levensvorm. Wie de levensvormen wil beschermen, moet dus ook de informatiedragers ervan beschermen. Wat betekenen mensen- en dierenrechten (en die van de andere levensvormen) als ondertussen mensen vrij de genen van levende organismen, en daarmee ook hun identiteit en integriteit, kunnen wijzigen naar eigen inzichten zonder ethische grenzen? Op welke gronden kunnen mensen, instellingen of bedrijven die genetische structuren zelfs bezitten en patenteren?

Bodemrechten

Nu we toch bezig zijn; het rijtje is nog niet af. Welke rechten zijn er nodig ter bescherming van de bodem? Het gaat daarbij in eerste instantie om dat deel ervan dat, naast een voorraad nutriënten en mineralen, een immense hoeveelheid leven herbergt en zo de bron is van al het andere leven (plant, dier & mens). Steeds meer wordt duidelijk dat de bodem, het water, de lucht, deel uitmaken van het zogenaamde gemeengoed of de ‘commons’, die al vele duizenden jaren door al het leven op aarde worden gedeeld en ook nog vele duizenden jaren die rol moeten kunnen vervullen. Het eerste recht zou hier moeten zijn dat ze toebehoren aan zowel de vroegere, huidige als toekomstige generaties zonder dat individuen of minderheden ze zich voor eigen voordeel kunnen toe-eigenen. Privé-eigendom is hier dus eigenlijk totaal ongepast, zeker als dat betekent dat men deze commons naar eigen inzicht kan uitbaten en uitputten.

12

 

Om op een verantwoorde manier de rechten van elk van deze vier levensvormen te kunnen bepalen en respecteren is inzicht nodig in hun eigen aard, hun gelijkenissen en hun verschillen. Dat inzicht kan niet louter gebaseerd zijn op de fysieke aspecten.

Vier Natuurrijken

Mens, dier, plant en bodem (mineralen) vormen samen de vier natuurrijken die de basis zijn van het landbouw-ecosysteem. Om op een verantwoorde manier de rechten van elk van deze vier levensvormen te kunnen bepalen en respecteren is inzicht nodig in hun eigen aard, hun gelijkenissen en hun verschillen. Dat inzicht kan niet louter gebaseerd zijn op de fysieke aspecten. De biodynamische landbouw is één van de weinige westerse landbouwvisies die een diepgaand inzicht biedt in die eigen aard van bodem, plant, dier en mens zodat recht kan gedaan worden aan hun integriteit.

Het zou in veel maatschappelijke kwesties rond de rechten van levende wezens, dierenwelzijn, omgang met de commons, gen-technologie, patentrechten, enz veel kunnen bijdragen indien meer mensen zich daarin zouden verdiepen.

Natuurrechten

Er zijn ook nog levens-systemen die het niveau van een individueel organisme overstijgen. Milieu- en natuurverenigingen strijden voor de rechten van alles wat die individuele levensvormen overstijgt. Hele planten- en dierensoorten, biotopen, natuurgebieden en zelfs bepaalde delen van de wereld. Via wetten en verdragen wordt gepoogd de vernietiging ervan tegen te houden of te bestraffen. Maar ook hier blijft het zonder een algemeen aanvaard kader vechten tegen de bierkaai. Welk recht heeft de natuur? Heeft zij op zich een zelfbeschikkingsrecht? En waar vinden we een redelijke grond daarvoor?

14Nog één stapje verder komen we uit bij de aarde als geheel. Gaia, een planeet die niet enkel leven herbergt, maar blijkbaar ook zelf leeft met magmastromingen, vulkaanuitbarstingen, aardbevingen, zoete en zoute waterstromen, luchtstromen, orkanen, temperatuurverschillen, ritmes van dag- en nacht, warm en koud, droog en nat, … een ondoorgrondelijk samenspel. Is dat allemaal louter als een kluwen van fysische verschijnselen te begrijpen of is onze aarde ook een organisch systeem op zich. En welke rechten heeft die aarde dan als wij als menselijke bewoners in staat zijn om haar klimaat te veranderen of haar zelfs te vernietigen?

Welke rechten hebben wij bovendien als we ons begeven in de buitenaardse ruimte? Kunnen wij zomaar allerlei tuig en afval de ruimte in schieten? Wie bepaalt daar de regels?

Tot slot …

Wie weet, zullen ooit onderzoekers, die gaan graven naar het verre verleden van de 20e en 21e eeuw, vaststellen dat wij mensen toen nog leefden in een bijzonder zelfgenoegzaam wereldbeeld waarin we onszelf wel allerlei rechten toekenden, maar ons nog amper bewust waren van de rechten van de levende bodem, de planten, de dieren, de natuur en de aarde als geheel. Die onderzoekers zullen zich daar dan over verbazen en zich afvragen hoe het eerdere respect dat mensen hadden voor de hun omringende levensvormen zo snel is kunnen verdwijnen. Ze zullen ontdekken hoe de mens langzaam en door de destructieve impact van z’n eigen kortzichtigheid gedwongen werd om de rechten van alle leven te erkennen en te respecteren. Ondertussen hebben we nog een hele weg te gaan ….

Geert Iserbyt - december 2018

Reacties zijn welkom via webmaster@landwijzer.be