Het nieuws over de stikstofproblematiek, de stikstofmaatregelen en de bijhorende protesten in Nederland en Vlaanderen is al enige tijd niet uit de lucht. De landbouwsector moet z’n stikstofuitstoot ernstig beperken en daar is veel beroering over. De logica zegt dat als men de uitstoot van een systeem wil beperken, men best ook kijkt naar de input in het systeem. Waar komt al die stikstof in de landbouw vandaan en in welke vorm en hoeveelheid wordt ze in het agro-ecosysteem gebracht ? Het antwoord op die vraag leidt ook meteen naar de oplossing: in een agro-ecologisch landbouwsysteem is er geen probleem met stikstofuitstoot. De oplossing zit niet aan de uitstootkant, maar aan de inputkant. De wijze waarop ook nu weer door de grote actoren in het debat de (agro-eco) logische oplossing voor het probleem wordt onderbelicht, is beschamend.
Stikstof?
Bijna 80 % van de lucht om ons heen bestaat uit (inert) stikstofgas ! Uit die eindeloze bron kunnen planten, o.a. vlinderbloemigen, in samenwerking met bacteriën stikstof in een organische en reactieve vorm binden als elementaire bouwsteen voor alle levende organismen, o.a. bij de opbouw van eiwitten. Zo is stikstof ook een motor voor groei. Die reactieve stikstof circuleert normaal gezien in een natuurlijke kringloop van opbouw en afbraak en vormt op zich geen probleem voor de gezondheid van bodem, plant, dier, mens en natuur. Wordt echter stikstof van buiten een lokaal grondgebonden landbouwsysteem in overmaat ingebracht om groei te forceren dmv kunstmest of eiwithoudend krachtvoer, dan ontstaat ook een overmaat in de uitstoot van reactieve stikstofverbindingen zoals ammoniak, nitraat, nitriet, … die een bedreiging vormen voor de gezondheid en biodiversiteit. Daarnaast ontstaan ook bij de verbranding van fossiele brandstoffen, waaronder (landbouw)diesel, schadelijke stikstofoxide & -dioxide.
Het stikstofprobleem in de landbouw is N-iet van gisteren !
Na decennialange laksheid in hun beleid willen de Vlaamse en Nederlandse overheid met hun stikstofmaatregelen (Stikstofarrest, Programmatorische Aanpak Stikstof - PAS) paal en perk stellen aan de stikstofuitstoot en dit in hoofdzaak omwille van de Europese regels rond natuurbehoud (Instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000 gebieden – IHD) en de bijhorende sancties voor deelstaten die zich daar niet aan houden. Ondanks schijnbaar drastische maatregelen zoals het verlagen van de snelheid op snelwegen tot max 100 Km/u overdag in Nederland, een vergunningenstop voor allerlei projecten die een stikstofuitstoot genereren, afbouw van de veestapel in bepaalde gebieden, … , is er echter geen sprake van een echte systeemshift. De meeste maatregelen beogen het aftoppen van de uitstoot. Ook in de landbouw, waar de massale inzet van extern geproduceerde stikstof al decennia lang de norm is, zien we geen ommekeer maar een zoveelste symptoom-aanpak.
Om het stikstofprobleem in de landbouw te begrijpen moeten we ruim 100 jaar terug in de tijd naar de intrede van de stikstofbemesting in de landbouw na de eerste wereldoorlog. Door middel van het Haber-Bosch-procedé was men er kort voor de 1e wereldoorlog in Duistland in geslaagd de inerte stikstof uit de lucht te binden tot reactieve stikstof, bruikbaar als springstof voor munitie. Dat diezelfde stikstofverbindingen ook voor de groeiprocessen van planten een grote rol spelen, wist men toen o.a. door het onderzoek van Justus von Liebig. De herbestemming na de oorlog van de stikstofproductie voor munitie naar kunstmestproductie voor de landbouw was dus een relatief kleine omschakeling met een veelbelovende toekomst.
Toch voorzagen toen al visionaire boeren en onderzoekers dat het forceren van de groei van planten door toediening van stikstofrijke kunstmest de gezondheid en veerkracht van het agro-ecosysteem onderuit zou halen en dat het verder ontwikkelen van een wetenschappelijk onderbouwde organische en agro-ecologische landbouw de werkelijke uitdaging was. Dat vormde toen het ontstaan van de biologische landbouw.
Ondertussen is bekend dat het toedienen van stikstof weliswaar groeiprocessen aanjaagt en versnelt, waardoor meer volume ontstaat, maar dat dit niet noodzakelijk leidt tot het vormen van meer cellen of meer voedingswaarde, maar vooral van meer ‘opgeblazen’ cellen. Die cellen en planten zijn vatbaarder voor ziektes en belagers waardoor vervolgens allerlei bestrijdingsmiddelen nodig zijn om hun gezondheid symptomatisch in stand te houden. De toediening van kunstmest maakt bovendien niet enkel de landbouwgewassen volumineuzer, maar bevordert tevens sterk de groei van onkruiden. Als gevolg daarvan moest men meer en meer onkruidverdelgers inzetten om de concurrentie met de teelten te beperken. Bij granen moest men bovendien halmverkorters inzetten om te voorkomen dat de slappere stengels zouden gaan liggen door regen en wind. Bovendien zakte stelselmatig het organische stofgehalte (o.a. humus) in de bodem doordat hoofdzakelijk snel opneembare nutriënten werden toegediend, met structuurverlies, erosie en een sterk verminderd vermogen tot het vasthouden van vocht in de bodem als gevolg. Zo kunnen we nog even doorgaan : de invoering van de stikstofbemesting was niet enkel de motor van een hoogproductieve landbouw, maar ook van het ontstaan van zowat alle gekende problemen van de huidige chemisch-industriële landbouw.
Na de 2e wereldoorlog -met nog massalere stikstofproductie voor springstoffen- leidde de reconversie van de stikstofindustrie in functie van de landbouw tot een nog veel grotere input van stikstofbemesting in de landbouw en bijgevolg een verdere toename van bovengenoemde problemen. Ook nam na WO II de overschakeling naar intensieve veehouderij sterk toe door de import van voedermiddelen van buiten Europa, waaronder eiwitrijke soja uit Zuid-Amerika. Ondertussen was naast de sterke toename van het stikstofgebruik in de landbouw ook het maatschappelijk verbruik van fossiele brandstoffen sterk gestegen. Reeds in de jaren ‘60 werden de eerste gevolgen vastgesteld van wat men toen ‘zure regen’ noemde, het sterven van bossen, wat vooral in de jaren ’80 en ’90 veel maatschappelijke aandacht kreeg. De link werd gelegd met zwavel- en stikstofhoudend verbindingen en vanaf het einde van de jaren ’70 werden milieurichtlijnen ingevoerd om de uitstoot hiervan te beperken en de biodiversiteit in natuurgebieden te beschermen. De zogenaamde Natura 2000 gebieden werden progressief afgebakend in Europa met als doel ze te beschermen tegen verdere overbemesting (eutrofiëring) en verzuring. En daar waar sprake was van het behalen van deze doelstellingen tegen 2020 is de deadline ondertussen opgeschoven naar 2050.
Dat in deze context boeren en hun organisaties nu hoogst verontwaardigd reageren op de stikstofmaatregelen en zelfs durven beweren dat huidig Vlaams Omgevingsminister Zohal Demir het stikstofprobleem heeft ‘uitgevonden’, is het resultaat van de systematische decennialange ontkenning van dit probleem door alle betrokkenen in de landbouwsector: veevoederleveranciers, landbouworganisaties, voorlichters, banken, … Zij hebben steeds opnieuw in hun eigen belang boeren aangepraat dat verdere groei de norm was en dat mits technologische aanpassingen nieuwe vergunningen mogelijk zouden blijven. Maar de kern van het probleem is en blijft de stikstof en waar die vandaan komt !
Grondgebonden landbouw
In de theatervoorstelling ‘Boerenpsalm’ die de voorbije weken o.a. te zien was op ‘Theater aan Zee’ (*) zit een veelzeggende quote : “Er zijn zoveel problemen in de landbouw, het is allemaal zo complex; en toch zijn alle oplossingen al aanwezig”. De agro-ecologische beweging blijft in het hele stikstofdiscours nog maar eens onderbelicht. Politici en ook media in Nederland en Vlaanderen durven het niet aan dit bewezen duurzaam landbouwmodel klaar en duidelijk als uiteindelijke oplossing naar voor te schuiven. Toch bewijzen we al decennia dat een grondgebonden agro-ecologische landbouw niet bijdraagt aan het stikstofprobleem en op het vlak van een ander groot probleem, het CO²-probleem, zelfs in staat is een belangrijk deel van de oplossing, koolstofbinding in de bodem, te realiseren.
De enige stikstof die zonder nadelige gevolgen voor de gezondheid en de biodiversiteit in het landbouwsysteem kan worden ingebracht, is de stikstof die binnen het landbouwbedrijf zelf op een evenwichtige wijze wordt gegenereerd en circuleert. Dit door de inzet van vlinderbloemigen in de teeltrotatie en door het voederen van het aanwezige vee met een evenwichtig rantsoen van lokaal geteeld voer, waarbij een niet groter dan noodzakelijk aandeel eiwitrijke voedermiddelen wordt afgestemd op een productieniveau dat de levensduur van het dier niet belast. Als het voer niet op het eigen bedrijf wordt geteeld, dan minstens op een zogenaamd ‘koppelbedrijf’ in de regio zodat de cyclus van voer, stro en mest lokaal gegarandeerd blijft. Dat is waar de agro-ecologische beweging naar streeft. Die bedrijfseigen (of lokale) oorsprong van mest, voer en stro is echter niet verankerd in de EU-biowetgeving ! Het lastenboek voor de biodynamische landbouw (Demeter) stelt wél grotendeels die lokale grondgebondenheid als voorwaarde. Zowel de aanvoer van stikstof uit kunstmest als het houden van meer dan 2 grootvee-eenheden per hectare bijhorende landbouwoppervlakte voor uitloop, voer en stro vormen de kern van het probleem in de Vlaamse en Nederlandse landbouw. Op Europees niveau beseft men dit en dat is de reden waarom men het streefdoel van 25 % biologische landbouw tegen 2030 naar voor wilde schuiven in de Green Deal en de Farm-to-Fork strategie.
Duurzame toekomstvisie
In de actuele commotie rond de stikstofmaatregelen circuleren vanuit de agro-ecologische beweging in Vlaanderen en Nederland in de marge van de media-aandacht belangrijke oproepen voor de ondersteuning van een meer ecologisch verantwoord landbouwmodel. In Vlaanderen gebeurt dat onder meer vanuit Voedsel Anders, het Vlaams platform voor agro-ecologie, vanuit Bioforum en door Boerenforum. Het zijn geen pamfletten met loze of beledigende kreten zoals we die zien bij de meeste protesten, maar goed onderbouwde argumenten en voorstellen tot concrete maatregelen. Ze verdienen het om ernstig genomen te worden en vertaald te worden naar beleidsmaatregelen. Na bijna 100 jaar agro-ecologische praktijk en onderzoek in de landbouw en het leveren van het bewijs dat dit landbouwmodel realistisch is, de wereldbevolking kan voeden en géén nood heeft aan complexe (bio)technologie, is de vertaling naar het algemeen beleid aan de orde én urgent !
Aanbevolen lectuur
Daarom plaatsen we ter inspiratie enkele recente studies, oproepen en visieteksten, die de basis zouden moeten vormen van het toekomstig landbouwbeleid -o.a. in functie van de aanpak van het stikstof- en koolstofvraagstuk- op onze website:
Vanuit Nederland:
- -Groenboerenplan, oproep voor een ander landbouwbeleid vanuit een brede coalitie van duurzame landbouworganisaties nav de stikstofproblematiek, juli 2022
- -Gezondheid in Drievoud, visietekst voor een duurzaam en gezond landbouw- en voedingsmodel, opgesteld door de Wetenschappelijke Raad voor integrale duurzame landbouw en voeding, sept 2021
- -De duurzaamheid van de Nederlandse landbouw, doctoraat van Meino Smit over de (in)efficiëntie van de Nederlandse landbouw en de noodzakelijke transitie naar een ander model, 2018 (ondertussen ook verschenen in boekvorm met ISBN 9789492326782)
In Vlaanderen:
- Opmerkingen bij het Ontwerp van het Vlaams Strategisch Plan voor het Vlaams luik van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, Voedsel Anders, maart 2022
- Bezwaarschrift bij het Vlaams plan Programmatorische Aanpak Stikstof, Voedsel Anders, juni 2022
- Oproep tot opmaak van een Vlaams Boerenplan (cfr Nederlands Groenboerenplan), Boerenforum, juli 2022
(*) De openlucht-theatervoorstelling ‘Boerenpsalm’ is binnenkort (10/09) te zien op de Kollebloem in Herzele : https://www.kollebloem.be/node/10270
Geert Iserbyt - augustus 2022
Als vormings- en kenniscentrum voor de biologische landbouw vindt Landwijzer vzw het belangrijk om bij te dragen aan het maatschappelijk debat en om opinies te publiceren rond actuele thema’s en ontwikkelingen op het (raak)vlak van landbouw, natuur, milieu en voeding. Opinies die in de lijn liggen van de missie en visie van Landwijzer.
De auteur schrijft deze opinie in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud.
Reageren? Mag! Stuur je reactie/opinie naar: webmaster@landwijzer.be