In het leertraject 2017-2018 was voor het eerst ruimte om met de tweedejaars een excursie rond agro-ecologie te organiseren. We zochten enkele inspirerende Vlaamse bedrijven die op een creatieve en vernieuwende manier kringlopen trachten te sluiten en input willen reduceren, en kozen uiteindelijk voor het Polderveld van Lieven Devreese en Lies Snauwaert en de Ongenaerthoeve van François Ongenaert. Beiden bedrijven zijn zeker de moeite waard om een bezoek te brengen.
In onze zoektocht stootten we op enkele bedrijven die er ook bijzonder boeiend uitzagen, maar in een verre uithoek in West-Vlaanderen lagen. Nieuwsgierig als we zijn, beslisten we om een extra excursie te organiseren, buiten de vaste lesdagen en open voor alle cursisten.
Met een tiental geïnteresseerde cursisten trokken we in juni van de Landpoort naar de Westhoek, naar de Woudezel, het voedselbos van Diderik Claerebout en Broekelzenhoek, het akkerbouwbedrijf van Rik Delaye – Broekelzenhoek.
De Woudezel
Diderik wacht ons op op een rustig erf tussen woonhuis, oude varkensstallen en een gezellig bak/logeerhuisje. Het volledige domein beslaat een 6ha waarop Diderik voor een groot deel een voedselbos heeft aangeplant. Achteraan ligt een meer overzichtelijke aanplant van bessenstruiken waar klanten zelf kunnen gaan plukken en tussenin is er plaats voor varkens, schapen, (zelfbroedse) kippen en kalkoen.
‘Woudezel’ was de bijnaam van Paracelsus. Een bekende arts en theoloog die zich ook bezig hield met astrologie en alchemie. Hij wordt ook beschouwd als de eerste systematische botanicus. Er valt enorm veel te vertellen over deze man. Maar wat Diderik er zo in aanspreekt, is zijn verzet tegen de toen heersende opvattingen over geneeskunde en wetenschap en zijn eigengereide levenswandel. ‘Woud’ refereert bovendien naar voedselbos en ‘ezel’ staat voor koppig en dat is een ook eigenschap waar Diderik zich wel in herkent.
Diderik start de rondleiding in het stuk voor het woonhuis. De aanplant van de meeste struiken en bomen dateert van 7 jaar geleden, maar zijn voedselbos is nog steeds in volle ontwikkeling, en zal dat ook blijven. Het is één groot experiment. Diderik probeert de stadia van successie te volgen. Dat betekent dat hij geen verbeten strijd voert tegen onkruiden. Die horen bij de pioniersfase en maken de bodem klaar voor de worteling van struiken en later ook bomen. In latere fases verdwijnen die vanzelf. Diderik vindt dat je je bedrijf zo moet organiseren dat het werk dat het vraagt, werk is dat je graag doet. Diderik is geen onkruidwieder, dus deze methode past perfect: een grasland laten verruigen, misschien eens maaien en wanneer de bodem er klaar voor is, struiken of zelfs éénjarigen planten rechtstreeks in de mulchlaag die de afstervende gras- en kruidlaag achterlaten. In het stuk dat al 7 jaar oud is, dient zich stilaan een nieuwe fase aan. Bepaalde struiken en bomen worden erg groot en beginnen elkaar te hinderen. Daarom haalt Diderik af en toe enkele planten, de minst lekkere, er tussenuit zodat de overige meer ruimte krijgen.
De volgende halte is de vijver. Die was er al toen Diderik de grond aankocht, maar hij heeft hem volledig geruimd. Langs de oever heeft Diderik blauwe bessen geplant. Deze komen regelmatig met hun voeten in het water te staan en vinden dat blijkbaar erg fijn. Ze doen het fantastisch.
De kennis van Diderik is enorm. Zijn verhaal loopt over van tips en weetjes en telkens zegt hij er bij: “Ik zou nog zo veel meer kunnen vertellen, maar er is te weinig tijd.”. Zo is amandel, in tegenstelling van wat velen denken, perfect in ons klimaat te telen. Bovendien is het een goede bestuiver voor perziken. Schermbloemigen laten bloeien in combinatie met fruit werkt erg goed tegen een plaag insecten, een meidoornhaag kan je perfect enten met andere soorten zoals kweepeer, mispel,… en zo gaat het maar door.
De verscheidenheid van plantensoorten die er bij elkaar staan, is ook erg groot. Vele van deze planten bracht Diderik mee uit Rusland, waar zijn schoonfamilie woont. Voor wie op zoek is naar dergelijk plantgoed, kan bij de Woudezel terecht. Een belangrijk deel van zijn activiteit is het vermeerderen en opkweken van plantgoed.
Voorlopig werkt Diderik nog steeds 3 dagen per week buitenshuis en is hij voedselproducent/plantenopkweker in bijberoep. Tot nu toe liep dat erg goed. Zijn inkomsten zijn vooral afkomstig van rondleidingen met lunch, opkweek van planten en verkoop van verwerkte producten zoals confituur, siropen, soep, pesto, brood, …). Maar Diderik voelt dat er stilaan een nieuwe fase aankomt. Zijn voedselbos wordt steeds productiever. Hij krijgt niet alles geoogst. Misschien wordt het toch stilaan tijd om verder te zoeken naar manieren waarop het project volledig op eigen benen kan staan? Het voedselbos is er in elk geval klaar voor.
We sluiten de interessante voormiddag af met een heerlijke lunch die Diderik voor ons heeft klaargemaakt: brandnetelbrood, soep, een slaatje op basis van lindebladeren en (on)kruiden, lekkere pesto, een smoothie van framboos en andere bessen, thee, … en als afsluiter ijs met bessencoulis.
Broekelzenhoek
Rik staat ons al op te wachten op Broekelzenhhoek, want door de heerlijke lunch van Diederik hadden we wat vertraging opgelopen.
Na landbouwschool en enkele jaren Warmonderhof had Rik de kans dit bedrijf over te nemen. Hij gelooft dat je de wereld ten goede kan veranderen door met je handen in de grond te zitten. Het bedrijf Broekelzenhoek is intussen 80ha groot en bestaat voornamelijk uit akkerbouw in combinatie met veeteelt. Rik is bezig het West-Vlaams Rood runderras terug te kruisen naar het oorspronkelijke dubbeldoelras. Ook ontzettend boeiend, maar als we daar meer over willen weten moeten we later nog maar eens terugkomen, zegt hij.
Broekelzenhof ligt in het Heuvelland waardoor het zowel landschappelijk als door de hellingsgraad een bijzonder bedrijf is met specifieke uitdagingen. Veel van zijn gronden grenzen aan het Habitatrichtlijngebied “West-Vlaams Heuvelland”. Dit maakt deel uit van Europese Natura 2000 netwerk en dit brengt wel wat spanningen met zich mee op vlak van het samengaan van landbouw en natuur. Rik is er van overtuigd dat zijn aanpak met houtkanten, heggen, hagen en agroforestry een enorme meerwaarde is voor zowel landbouw als natuur. Ze kunnen fungeren als verbindingselement tussen verschillende stukken natuur, bufferen een deel van de schadelijke landbouwemissies, ze gaan erosie tegen en zorgen voor nuttige biodiversiteit voor het landbouwsysteem. Een pure win-win. Al is daar volgens Rik nog niet iedereen van overtuigd.
Hij vindt het belangrijk dat boeren zelf aan zet blijven in landbouwgebied en dat niet alles van bovenaf door biologen of natuurbeschermers wordt opgelegd. Dat is ook de reden waarom Rik, jaren terug, de vzw ’t Boerenlandschap heeft opgericht. Dit is een vzw die zorgt dat boeren elkaar kunnen helpen bij het onderhoud en het scheren van hagen en houtkanten. Zodat niet elke boer zijn eigen materiaal moet aankopen, maar dat ze dat samen doen en er ook samen de voordelen uithalen. Meer en meer werkt de vzw op het raakvlak van landbouw, landschap en natuur.
Het is vanuit die context dat Rik is gaan denken om ook bomen en struiken op zijn gronden te planten, in plaats van enkel rondom. Het heuvelachtige landschap en de erosieproblematiek bracht hem er toe om deze op contourgreppels aan te planten. Hij troont ons mee naar een contourgreppel in de buurt van zijn huis. Door greppels te graven volgens de hoogtelijn en met de uitgegraven grond een berm aan te leggen hellingafwaarts, stroomt het water en sediment bij een hevige regenbui gewoon de greppel in. Het water blijft ter plaatse en krijgt de kans om langzaam te infiltreren en de grondwaterlagen aan te vullen. Op de bermen plant Rik fruitbomen en andere eetbare meerjarigen die met hun wortels het water en de bodem vasthouden en de infiltratie bevorderen. Door tussen de bermen steeds in dezelfde richting te ploegen, werkt Rik de helling langzaam weg en creëert, over de jaren heen een soort terrassen tussen de greppels. Zijn eerste bomen plantte hij in 2013, maar intussen heeft hij de smaak te pakken.
Deze eerste contourgreppels die Rik heeft aangelegd noemt hij nu ‘organische’ contourgreppels. Hoewel ze nog jong zijn en de meeste effecten zich pas zullen laten voelen binnen enkele jaren is Rik nu al helemaal overtuigd van de meerwaarde van zijn ingrepen. Maar hij kan niet bij iedereen op evenveel steun rekenen. Op een ander stuk grond kreeg hij bericht van het schepencollege dat hij geen aanpassingen mag doen aan het reliëf van de grond. Daarom bedacht hij een andere manier om iets gelijkaardigs aan te leggen: de ‘wiskundige’ contourgreppel. Al kan je het niet echt greppel noemen, want er wordt niets gegraven. Rik plant de bomen bovenop een strook half gecomposteerd hout- en snoeiafval. Een constructie die wat doet denken aan Hügelbedcultuur. De strook volgt ook gewoon de hoogtelijnen, waardoor die een gelijkaardige functie vervult als een greppel: aflopend water en sediment tegenhouden en laten infiltreren. Een creatieve oplossing voor de nogal starre regelgeving, die vaak achterloopt op innovatieve projecten.
Maar hier stopt het niet. Door zo bezig te zijn met het opvangen en vasthouden van regenwater is Rik verder gaan denken. Vele van zijn gronden zijn gedraineerd, maar daar wil hij nu van afstappen. Hij heeft al enkele buizen opgegraven en onbruikbaar gemaakt. Het is zijn bedoeling om grondwater opnieuw vrij spel te geven. Hij laat ons een perceel zien waar dit al gebeurd is. In dit heuvelachtige landschap betekent dit dat op bepaalde plekken grondwaterlagen opnieuw aan de oppervlakte komen. Die spontane poelen wil hij gebruiken om te irrigeren tijdens droge periodes.
Kortom Rik borrelt en bruist van de plannen. En ook deze aanpak van contourgreppels en de aanplant van meerjarigen zit nog in een pril stadium waardoor het zeker de moeite waard is om hier nog regelmatig terug te komen om te kijken hoe alles verder evolueert.