In Azië en Afrika zijn de eetbare wortels van het Yam-geslacht (Igname) algemeen bekend. Je kan ze ook hier in Aziatische of Afrikaanse winkels kopen. Deze plantenfamilie (Discorea) kent naar schatting zo’n 650 soorten: het zijn slingerende klimplanten die meters hoog kunnen worden. Eéntje daarvan heeft een bijzondere kwaliteit. Het is de Discorea Batata, een tweehuizige plant; de mannelijke en vrouwelijke bloemen staan op 2 verschillende planten. In China is deze plant van oudsher bekend voor z’n medicinaal gebruik. De mannelijke plant heeft de bijnaam ‘lichtwortel’ gekregen en wordt ondertussen ook in Europa op diverse biodynamische bedrijven geteeld.
Bijzondere kwaliteit
Aan de groeiwijze van deze klimplant kan men bij een nauwgezette waarneming al opmerken dat hij een bijzondere relatie heeft met licht. Uit subtiele waarnemingen blijkt dat deze plant het vermogen bezit om in verhoogde mate lichtkrachten op te slaan in z’n wortel, die op zich ook een ongewone groeiwijze kent: hij wordt tot 1 m lang en wordt in tegenstelling tot de meeste verdikte wortels naar onder toe steeds dikker ipv dunner. Binnenin is deze wortel helemaal wit en heeft een slijmerig sap. Rauw heeft hij nauwelijks smaak; omwille van bepaalde inhoudsstoffen valt rauwe consumptie overigens niet aan te bevelen. Het is geen gastronomische delicatesse, z’n kwaliteiten liggen op een ander vlak. De lichtkracht die deze wortel bevat, wordt aanbevolen ter ondersteuning van de algemene immuniteit en om in balans te blijven in hectische tijden. Dat lijkt behoorlijk te matchen met de actualiteit...
Regelmatige consumptie van een kleine portie of van wat gedroogd poeder wordt, vooral in de wintermaanden als er minder licht is, aangeraden.
Teeltwijze
Door z’n bijzondere groeiwijze valt deze ‘lichtwortel’ niet zo makkelijk te telen. Als je hem in volle grond wil verbouwen, moet je bij de oogst sleuven van 1 m diep graven en heel voorzichtig de breekbare wortels oogsten: een onbegonnen werk. Daarom wordt de lichtwortel op andere manieren geteeld. Er zijn verschillende mogelijkheden.
Een Duits biodynamisch bedrijf dat op vrij grote schaal deze plant teelt en verwerkt, kweekt ze in houten bakken (1 tot 1,2 m hoog) die bij de oogst geopend kunnen worden zodat de wortels er relatief makkelijk kunnen worden uit gehaald. Deze teeltwijze gebeurt zowel in serres als in open lucht. Idealiter staan de houten bakken met een open bodem op de grond zodat er contact is met de ondergrond.
Een alternatief, waarbij ze in volle grond worden gekweekt, is de teelt op sterk verhoogde ruggen of aan de rand van een helling, maar in beide gevallen is het vrij omslachtig om de wortels te oogsten.
Nog een andere manier die wordt uitgetest, is de teelt in terra cotta zuilen, opgebouwd uit zogenaamde ‘schouwpotten’. Weer een andere mogelijkheid is de teelt in een compostvat waarbij je de bodem weglaat. Door z’n conische vorm kan de ronde wand van het vat vrij makkelijk opgetild en verwijderd worden bij de oogst. Voor de teelt op kleine schaal is er nog ruimte om te experimenteren met andere teeltwijzen.
Vermeerdering
De vermeerdering gebeurt enkel vegetatief vanuit de mannelijke plant. Er zijn grosso modo 2 manieren. Het bovengrondse deel van de plant groeit elk jaar opnieuw uit en sterft helemaal af in de winter.
Men kan van de volgroeide, geoogste wortel het bovenste stuk (zo’n 20 à 25 cm) afsnijden en dat doorheen de winter bewaren. Dat is het stuk van de wortel dat ong een pink dik is en daardoor niet echt geschikt is voor consumptie. Wordt deze wortelstek in het voorjaar weer uitgeplant, dan groeit daaruit in hetzelfde seizoen weer een volledige plant met een oogstbare lichtwortel. De bovengrondse plant haalt dan immers z’n kracht uit de wortelstek van het vorige jaar en groeit daardoor versneld uit. Dat is ook wat gebeurt wanneer je de volgroeide wortel niet oogst en laat zitten; dan schiet in het volgende seizoen uit de wortel van het vorige jaar weer een nieuwe plant op, die eerst de oude wortel helemaal doet verschrompelen en vervolgens weer een nieuwe wortel vormt, zoals dat ook gaat bij een aardappel die je als pootgoed uitplant.
De tweede manier gaat uit van een bijzondere eigenschap van deze plant. Aan de bovengrondse stengels worden immers behalve bladeren en mannelijke bloemen ook zogenaamde stengelknolletjes gevormd. Dat zijn min of meer ronde bolletjes, die uit dezelfde substantie bestaan als de ondergrondse wortel. Wanneer je deze stengelknolletjes doorheen de winter bewaart en in het voorjaar weer uitplant, groeit daaruit in het eerste seizoen een klein plantje, dat in het 2e en 3e seizoen volledig uitgroeit tot een oogstbare lichtwortel.
Interesse om zelf lichtwortels te telen?
Heb je interesse om deze lichtwortel zelf te telen, dan kan je een aantal eerstejaars plantjes, opgekweekt vanuit de stengelknolletjes, bekomen. Ze groeien in hun eerste seizoen nog niet volledig uit, vanaf het 2e seizoen (2021) moeten ze in een hoge bak uitgeplant worden om later de volgroeide wortels makkelijk te kunnen oogsten. Plantjes kunnen worden opgehaald in Deinze of Gent.
Voor meer info & reservatie van plantjes mail naar geert.iserbyt@landwijzer.be