Het is bekend in de menselijke psychologie dat een rouwproces verschillende fases doorloopt, die gaan van ontkenning, boosheid, strijd & onderhandeling over depressie tot aanvaarding. Zo’n proces treedt niet enkel op bij gebeurtenissen die we gewoonlijk associëren met een rouwproces, zoals het overlijden van iemand die ons dierbaar is. Het treedt op bij elk proces van verlies of het loslaten van iets waar je jarenlang aan vastgehouden hebt; ook een idee of een visie.
De conventionele, chemisch-industriële landbouw heeft decennia lang vastgehouden aan een visie die niet enkel niet klopt, maar zelfs regelrecht het agro-ecosysteem naar de afgrond heeft geleid en boeren en boerinnen tot pionnen heeft gemaakt van de uitbuiting van bodem, plant, dier én hun eigen menswaardigheid. Afscheid nemen van die visie en van een landbouwsysteem dat ten dode is opgeschreven, is een rouwproces. En juist dat proces wordt tegen gehouden door allerlei (f)actoren in de maatschappij, die er belang bij hebben dat dit proces van (be-)rouw en inkeer niet plaats vindt.
(Be-)rouw vraagt moed …
Het doorlopen van een rouwproces vraagt moed. De moed om het proces aan te gaan, bij elke fase stil te staan en dan weer verder te gaan. De moed om alle emoties en gedachten, die met dit proces gepaard gaan, te beleven en je er niet aan vast te klampen. De moed om in de spiegel te kijken en mild te zijn voor jezelf en voor anderen. Vaak zien we dat zo’n proces vast loopt en blijft hangen in één van de fases, bijv bij een vechtscheiding, waar men liever blijft strijden dan elkaar in vrede los te laten. Ook wordt het proces soms heel lang gerokken, omdat men er eigenlijk niet doorheen wil. Nog moeilijker wordt het wanneer men er alles aan doet om zelfs niet eens aan het proces te beginnen en blijft hangen in de ontkenning dat er helemaal niet hoeft gerouwd te worden.
Dat is wat zich nog grotendeels in de conventionele landbouwsector afspeelt. Boeren en boerinnen krijgen vanuit de sector zelf nog steeds als overwegende boodschap dat ze weliswaar hier en daar hun bedrijfsvoering wat moeten bijsturen en dan nog vooral omdat “de consument”, “de politiek” of “de maatschappij” dat wil, maar dat ze fier mogen zijn op hun performant productiesysteem. Duurzamer produceren doen ze meestal omdat het nu éénmaal moet van hogerhand en allerlei regeltjes “ons boeren” daartoe verplichten.
Er zijn natuurlijk ook heel wat conventionele bedrijven die uit eigen beweging inspanningen doen om duurzamer te telen en soms de agro-ecologische principes benaderen. Maar dat is nog steeds een minderheid. In de communicatie- en promotiekanalen van de sector worden ze graag als voorbeelden naar voor geschoven en voor het grote publiek via allerlei imago-campagnes voorgesteld als het nieuwe normaal. Maar achter die façade zit in veel gevallen nog steeds een chemisch-industriële landbouwpraktijk.
… en weegt op je welbevinden
Een rouwproces doorlopen vraagt energie en weegt tijdelijk op je welbevinden, maar op langere termijn is het heilzaam en bevrijdend. Die energie is er echter momenteel niet in de landbouwsector. Het welbevinden van boeren en -niet in het minst- boerinnen staat in de belangstelling na een recent onderzoek door het ILVO. Allerlei factoren zetten het welbevinden van boer-inn-en steeds meer onder druk. Maar het niet kunnen of mogen los laten van een visie op de landbouw, die achterhaald is en die men alsnog probeert te bestendigen door nog-meer-van-hetzelfde, lijkt in dat onderzoek amper aan bod te komen. Toch is het een achterliggende factor voor veel van de stressfactoren die het onderzoek in beeld heeft gebracht. En zo blijft het een vicieuze cirkel.
Het werk dat weer verbindt
Interessant op dit vlak is het werk van de internationaal bekende milieuactiviste Johanna Macy. Zij stelde vast dat wie zich inzet voor meer rechtvaardigheid en respect voor de natuur, vaak na verloop van tijd ontmoedigd raakt en opgeeft. Ze ontdekte dat de oorzaak daarvan niet enkel ligt in de ongelijke strijd die milieuactivisten voeren tegen grote en machtige belangengroepen en logge politieke systemen. Ze stelde vast dat één van de belangrijkste ondermijnende factoren in henzelf ligt, namelijk in het feit dat ze vaak niet de tijd nemen om in zichzelf de pijn toe te laten, te onderzoeken en te aanvaarden, die dat onrecht met hen doet. Door die pijn wél onder ogen te zien en te aanvaarden, is het mogelijk een blijvende energie aan te boren om door te gaan met de strijd voor een meer respectvolle wereld. Zij noemt dat ‘actieve hoop’ en bewijst ook zelf de kracht ervan: ze is ondertussen meer dan 90 jaar en nog steeds gedreven actief. Ze heeft een verwerkingsproces ontwikkeld dat bekend staat als ‘Het werk dat weer verbindt’. Ook dit is een vorm van een rouwproces dat tot bevrijding leidt. Je leert er meer over in deze documentaire over haar werk van de Nederlandse televisie.
Bevrijding
Een proces van (be-)rouw helpt je om los te laten wat niet meer past en ruimte te scheppen voor iets nieuws. Een heel vergelijkbaar proces doet zich voor wanneer we te maken krijgen met een misdaad of onrecht. Vaak gebeurt dan iets wat nooit meer helemaal kan hersteld of goedgemaakt worden. En ook dan moeten we dat kunnen loslaten om zonder een blijvende last verder te kunnen gaan. Bij het verwerken van de daad van een ander is een vorm van rouw nodig om daarvan los te komen; bij het verwerken van een daad, die je zelf hebt begaan, is het veeleer een proces van be-rouw.
Het ontbreken van berouw is bij een rechtszaak vaak een verzwarende omstandigheid. Wanneer iemand op geen enkele manier berouw voelt of toont na een daad, die door z’n omgeving wordt ervaren als een misdaad, wordt vaak de straf en eventuele vrijheidsberoving verhoogd. Want wie niet inziet dat iets ongeoorloofd en onrespectvol was tav een ander, zal het mogelijk in andere omstandigheden opnieuw doen.
Het gebrek aan berouw in de gangbare landbouwsector over de decennialange uitbuiting en verkrachting van landschappen, bodemvruchtbaarheid, planten- en dierenwelzijn is dus absoluut problematisch. In de internationale rechtspraak zien we het begrip ‘ecocide‘ steeds vaker opduiken als een strafbaar feit. Het wordt duidelijk dat steeds meer mensen zich realiseren dat het beschadigen en vernietigen van biotopen en het niet respecteren van de rechten van levende organismen op kleine en grote schaal een misdaad is, die als dusdanig erkend moet worden en zo nodig bestraft. Om te voorkomen dat straks gangbare boeren terecht moeten staan voor ecocide, wordt het hoog tijd dat zij oprecht berouw gaan ontwikkelen. Niet om hen nog maar eens publiekelijk aan de schandpaal te zetten, maar opdat ze zichzelf kunnen bevrijden van de last, die op hen weegt door de visie op landbouw, mens en natuur, die ze zich hebben laten aanpraten door de agro-industrie, de bijhorende belangenbehartiging en het onderwijs. Dat proces van be-rouw is noodzakelijk om de oogkleppen te kunnen afwerpen waarmee ze ondertussen zijn vergroeid.
Want laten we ons geen illusies maken: de mannen en vrouwen in nette pakken die achter die agro-industrie en verweven belangenbehartiging zitten en al decennialang goed geld verdienen aan deze uitbuiting, zullen zich -als het proces van maatschappelijke bewustwording rond ecocide zich doorzet- ongetwijfeld weten te onttrekken aan enige vervolging met een legertje topadvocaten. Zij zullen de verantwoordelijkheid voor de ecocide neerleggen bij de uitvoerders ervan: de boeren. Reden te meer voor die uitvoerders van het vuile werk om niet te wachten tot het zo ver komt.
Berouw komt na de zonde, maar het is nooit te laat. Dit is een dringende oproep aan alle boeren en boerinnen, loonwerkers, landbouwarbeiders, … die nog steeds bodems verdichten, jaar na jaar dezelfde teelt zaaien op hetzelfde perceel, tonnen kunstmest en drijfmest uitrijden, landbouwgif spuiten, planten reduceren tot chemische fabriekjes in hydrocultuurserres, dieren herleiden tot een vegetatief bestaan met honderden of duizenden opgesloten in stallen, indirect meewerken aan de ontbossing van overzeese gebieden voor de sojateelt, enz … :
start je proces van rouw en be-rouw nu! De Green Deal van de EU komt eraan, de landbouw moet straks van hogerhand écht verduurzamen, niet langer dmv een schaamlapje. Het is nu het momentum om afscheid te nemen van een visie die alleen op korte termijn winst heeft opgeleverd.
Generatieconflict
De gemiddelde boer-in in ons land is 55 jaar oud en gaat dus al ruim 30 jaar mee in een landbouwvisie die zelfdestructief is. Slechts 10 % van de boeren is jonger dan 40 jaar en eveneens minder dan 10 % van de bedrijfsleiders is een boerin. Het zijn dus vooral de oudere mannen in de landbouw die voor de vraag staan of zij afscheid kunnen nemen van de waanideeën die ze hebben omarmd. Het vraagt veel om na al die jaren nog toe te geven dat je je vergist hebt, dat je geluisterd hebt naar mensen die je iets hebben voorgehouden waarvan je diep in je hart voelde dat het niet klopte, maar vanuit je hoofd, je angst, je prestatiedrang of sociale druk in bent mee gegaan. Het is boeren decennialang aangepraat dat schaalvergroting, specialisatie, chemie, doorgedreven mechanisatie en high-tech noodzakelijk zijn voor het beheer van agro-ecosystemen. Daar hebben ook de landbouwscholen actief aan bijgedragen en dat doen ze nog steeds door agro-ecologische landbouwwetenschap als een niche te benaderen, die ze verplicht even belichten. Er is mede daardoor ook bij jonge boeren een belangrijke groep die nog steeds heilig gelooft in het vooruitgangsoptimisme en verduurzaming blijft zoeken in nog meer high-tech.
Uit internationaal onderzoek blijkt dat bioboeren gemiddeld jonger en vrouwelijker zijn. Vaak zijn zij niet in de landbouwsector opgegroeid en hebben ze geen klassieke landbouwopleiding gevolgd. Zo zijn ze gevrijwaard gebleven van de indoctrinatie van de conventionele landbouwvisie en durven ze écht duurzaam en vernieuwend denken. Ook binnen de landbouwsector zelf is er een jonge generatie van boerendochters en -zonen, die verandering willen brengen. Het zijn 20-ers en 30-ers die weten en vooral voelen dat ze het landbouwsysteem van hun ouders niet verder willen zetten. Ze lopen vertwijfeld rond met de vraag: Wat als ik toch het bedrijf verder zou kunnen zetten, maar dan op een heel andere manier? Vaak nadat ze jarenlang gedacht hebben nooit verder te zullen gaan in de landbouw en ook hun ouders hen op het hart hebben gedrukt te gaan studeren en een andere toekomst uit te bouwen. Ook dat is een effect van het gebrek aan (be-)rouw in de landbouw: het feit dat je je kinderen wegstuurt en aanraadt om niet hetzelfde te doen in plaats van hen te helpen om de omslag te maken.
Begrip en vergeving
Lange tijd heerste er een grote spanning tussen de biobeweging en de gangbare lanbouwsector. De biologische landbouw werd gemarginaliseerd, belachelijk gemaakt en afgeschreven als technisch en economisch onhaalbaar. Bioboeren gingen in de tegenaanval door de gangbare landbouw verwijten te maken ivm milieuvervuiling en dierenwelzijn. En zo ontstond een spiraal van wederzijdse afwijzing. Dat proces is gestopt. Er is ondertussen meer wederzijds respect en een wederzijdse dialoog. In de gangbare landbouwsector wordt de biolandbouw ondertussen erkend als voorloper in duurzame ontwikkeling, zij het met mondjesmaat en met de voet op de rem om te voorkomen dat die verduurzaming de regel zou worden of sneller zou gaan dan de afschrijving van de investeringen in niet duurzame landbouwsystemen toelaat. Steeds meer durven gangbare boeren al eens een biobedrijf bezoeken om er met eigen ogen vast te stellen dat de vooroordelen, die ze jaren lang hebben opgebouwd, niet kloppen. En net hierin ligt een kans.
Wie een proces van berouw doormaakt, heeft een klankbord nodig. Een luisterend oor dat helpt om het moeilijke proces van zelfreflectie te helpen landen in aanvaarding en vergeving ipv zelfafwijzing. Want het moeilijkste aspect bij vergeving is niet zozeer het vergeven van de ander, maar het vergeven van jezelf. In vroegere tijden diende de biechtstoel daarvoor. Daar kon je aan een hogere macht je zonden opbiechten en in ruil voor een penitentie vergeving krijgen. Het is nu aan de tijd dat mensen dat voor elkaar doen. En daarom is het belangrijk dat biobedrijven hun deuren open zetten voor gangbare boeren en boerinnen die dit proces van rouw en berouw willen doormaken. Niet in eerste instantie om hen te tonen hoe je biologisch kan boeren maar om hen als buren op de koffie te ontvangen en met mildheid en zonder (ver)oordeel(ing) het gesprek aan te gaan over hoe zij hebben geboerd en geloofd in wat hen werd verteld, hun bedrijf hebben aangepast en omgebouwd, van hun hart een moordkuil hebben gemaakt en spijt voelen. Daar mag een gemeende traan bij vloeien of een pijnlijke stilte klinken. We hebben als biobeweging de komende tijd de taak om deze boeren en boerinnen te onthalen, zonder oordeel, maar met begrip. Want uiteindelijk zijn zij niet enkel dader, maar ook en vooral zelf slachtoffer van een ontspoord landbouwsysteem.
Omschakelen
En dan is het tijd om om te schakelen. Na de rouw is er ruimte in hoofd en hart voor iets nieuws. De barrières zijn gesloopt. In de plaats is ontvankelijkheid gekomen voor een andere visie waartegen je je niet meer hoeft te verzetten omdat het je zelfbeeld en wereldbeeld bedreigt. Als die openheid er is kunnen we het gesprek over een waarlijk duurzame landbouw aangaan.
Er is een groeiende groep van boerendochters en -zonen die eerst het familiaal bedrijf de rug hebben toegekeerd en bij de naderende pensionering van hun ouders met de vraag rondlopen wat zij gaan doen met die hoeve en landerijen, die de potentie in zich dragen om er een nieuw en respectvol landbouwverhaal te schrijven. Zij hebben nood aan praktische kennis over agro-ecologische landbouwsystemen en een zelfgestuurde omschakeling naar een landbouwbedrijf waarover ze binnen 20 of 30 jaar geen spijt en berouw, maar fierheid zullen voelen.
Geert Iserbyt - juni 2021
Leertrajectbegeleider van het Leertraject Bio- & BD-Landbouw bij Landwijzer
Bronvermelding:
Foto 1: Zuiderzeemuseum
Foto 2: ILVO
Foto 3: Boerenforum
Als vormings- en kenniscentrum voor de biologische landbouw vindt Landwijzer vzw het belangrijk om bij te dragen aan het maatschappelijk debat en om opinies te publiceren rond actuele thema’s en ontwikkelingen op het (raak)vlak van landbouw, natuur, milieu en voeding. Opinies die in de lijn liggen van de missie en visie van Landwijzer.
De auteur schrijft deze opinie in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud.
Deze opinie verwoordt de visie van de auteur en is geen weergave van de visie van Landwijzer vzw als geheel.
Reageren? Mag! Stuur je reactie/opinie naar: webmaster@landwijzer.be