Dit boekje kwam ik tegen in een Amsterdamse tweedehands boekenwinkel. Het viel me op dankzij de bijdrage in deze rubriek van Erik Krosenbrink, De agrarische geschiedenis van West-Europa 500-1850. Het is een boeiende verzameling artikelen als aanvulling op het boek van Slicher van Bath.
We staan er niet vaak bij stil, maar het is verbazingwekkend hoeveel informatie beschikbaar is van deze periode. Tot de jaren 1800 had de landbouw dan ook een zeer belangrijke plaats in het economische leven. Oogstopbrengsten, verhouding zaaizaaid tov opbrengst van verschillende soorten granen, de economische factoren die een invloed hadden op mechanisatie, ... Er is heel veel bijgehouden, voornamelijk in bisdommen en door rentmeesters die hun land beheerden.
We vinden hier echter ook de boekhouding terug van een boer uit Engeland, Robert Loder, en een boer uit Friesland, Rienck Hemmerma, beide uit de 16e eeuw. Het zijn waarschijnlijk de oudste bekende boekhoudingen van boeren zelf. Zij hielden zeer gedetailleerd kosten en opbrengsten bij van graan en veeteelt.
Robert volgde een tweeslagstelsel voor zijn boerderij van +/-50 ha, waarbij elk jaar ongeveer de helft van zijn land braak lag. Rienck had dan weer een boerderij van +/- 8ha met een grotere veestapel (16 koeien en 4 paarden). Robert zat vooral in de graanteelt en schapenhouderij en had ook een honderdtal duiven waarvan hij de mest gebruikte op zijn land. Rienck zat meer in het rundvee en haalde zijn grootste inkomsten uit de verwerking van zijn melk tot boter en kaas. Beiden teelden voornamelijk zomergerst, tarwe en peulvruchten. Met bij Robert wat extra wikke voor de paarden en bij Rienck ook nog wat haver.
Het mestvraagstuk speelde ook bij deze boeren. Beiden waren op zoek naar méér mest in een poging hun opbrengst te verhogen. Vandaar de duiven van Robert. Rienck zat dan weer in dichtbevolkt gebied en kon mest aankopen van stadskoeien (stadslandbouw!). In die periode werd door stedelijke burgers vaak melkkoeien gehouden voor eigen melkvoorziening. Verder werd alles gebruikt wat bruikbaar was: modder uit de vijver, zwarte asse en moutafval uit de eigen (!) brouwerij.
Voor enkele van onze hoofddocenten staan in dit boekje enkele leuke weetjes. Zo komt ook de voeding van deze boeren en hun personeel ter sprake. Boekhoudtechnisch was Robert al zover dat hij renteverlies berekende op het kapitaal dat in zaaizaad en vee was gestoken. Hij verweet zichzelf in een bepaald jaar dat hij voor de kostberekening van de graanbouw, de door zijn eigen vee geproduceerde mest niet als kost had aangerekend. Én hij beschouwde zijn eigen arbeid als kost.
Voor al wie geïnteresseerd is in oude landbouwtechnieken: bedrijfseconomische boekhouding hoort er duidelijk bij.
Het boekje biedt een gedetailleerde inkijk in de ontwikkeling van de landbouw over een periode van 1300 jaar. Boeiende lectuur!
Ruben Segers
Titel: | Bijdragen tot de agrarische geschiedenis. Artikelen over verschillende aspecten van de agrarische geschiedenis, die gepubliceerd zijn na De agrarische geschiedenis van West-Europa 500-1850. |
Auteur: | Bernard Slicher van Bath |
Uitgeverij: | Het Spectrum (1978) |