Al 85 jaar is de jaarlijkse grote openlucht landbouwbeurs eind juli in Libramont (provincie Luxemburg) een internationale referentie. Meer dan 2OO.OOO bezoekers (waarvan 30 % Vlamingen) komen er kijken naar de mainstream trends in de landbouw en zien er hoe het allemaal nóg groter, technologischer en gespecialiseerder kan.
Een ander beeld van de toekomst van de landbouw kon niet uitblijven. Zo ontstond vanuit het Waalse Mouvement d’Action Paysanne (MAP) parallel in hetzelfde weekend in het nabijgelegen Neufchâteau een alternatieve landbouwbeurs waar de familiale-, korte keten- en agro-ecologische landbouw centraal staan. Ze werd een beetje reactionair ‘La petite foire’ gedoopt. Ze was dit jaar aan haar 9e editie toe en telde de voorbije jaren zo’n 8500 bezoekers. Een uitgelezen plek om er vanuit de Vlaamse bio-sector de sfeer op te snuiven en wat bij te leren van onze Waalse zuiderburen.
Alternatieve beurs
‘La petite foire’ is een beurs die in zowat alle opzichten ‘anders’ verloopt. Geen glamour en glitter, geen sponsors, veewedstrijden, promo-voerende toeleveranciers of demo’s van de laatste nieuwe machines. Wél een levendige mix van debatten, ateliers, standjes van NGO’s, een boerenmarkt en veel ontmoeting & gesprek onder boeren en consumenten, die een ander landbouwmodel in de praktijk brengen. Je betaalt er geen inkom aan de ingang en in de eettent -met biologisch streekgerecht- wordt je vriendelijk uitgenodigd om naar eigen inzicht en vermogen een vrije bijdrage te doen en nadien zelf je servies af te wassen. Meer dan 90 vrijwilligers maken deze beurs mogelijk, gecoördineerd door een actieve bio-boerin, die dat al even vrijwillig doet. De enige parallel tussen de ‘grote’ en de ‘kleine’ beurs was dit jaar ongetwijfeld het verzet op beide beurzen tegen het handelsakkoord tussen de EU en de Mercosur-landen (Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay). De Waalse landbouwwereld is zich zeer bewust van de nefaste impact van dit akkoord voor onze landbouw en ziet met lede ogen aan dat dit akkoord vanuit (politiek) Vlaanderen beduidend minder weerstand krijgt.
De aanpak van deze alternatieve beurs is een doordenkertje voor de Vlaamse biosector, waar (met uitzondering van de zelfoogst-CSA’s) de consument zelden of nooit aanwezig is bij bijeenkomsten van bio-boeren of waar anderzijds op een netwerkbijeenkomst van het 28 organisaties tellende platform ‘Voedsel Anders’ wel veel NGO-medewerkers en consumenten, maar amper bio-boeren te zien zijn. Het bruisend activisme van Waalse boeren en burgers is een opvallend kenmerk of toch van dat deel van de de Waalse bio-beweging dat op deze beurs samen komt en een voorhoede vormt.
Sterk groeiende Waalse bio-sector
De Waalse bioboeren bewerken verhoudingsgewijs al 1O keer meer bio-areaal dan in Vlaanderen. De Waalse regering wil dat bovendien in de komende jaren nog eens verdubbelen tot 20 % van hun landbouwareaal. De Vlaamse regering heeft daarentegen geen enkel concreet streefdoel op dit vlak en pakt elk jaar opnieuw fier uit met de 0,1 % extra groei die in het voorbije jaar is gerealiseerd. Er is in heel Europa geen regio als Vlaanderen met zoveel potentieel en vragende consumenten te vinden, die het slechter doet. De Vlaamse bio-consument leeft noodgedwongen grotendeels van import.
Door de toenemende, politiek opgeklopte kloof tussen Vlaanderen en Wallonië is er echter amper nog contact tussen beide landsdelen, laat staan uitwisseling. De taalbarrière en de politieke vijandigheid maken het bijzonder moeilijk om als landgenoten van elkaar te leren. Nochtans is er ook in de bio-beweging in beide richtingen een vruchtbare uitwisseling mogelijk. Niet door dingen gewoon te kopiëren, want er zijn wel degelijk belangrijke culturele en praktische verschillen. Maar een actieve vertaling van sommige dynamieken die in Wallonië leven naar de Vlaamse context, of omgekeerd, zou niet misstaan. Opvallend was in elk geval dat een handvol voortrekkers van vernieuwende bewegingen in de Vlaamse landbouw op deze Waalse ontmoeting aanwezig waren.
Duurzame bedrijfsoverdracht
Het thema van de beurs was dit jaar de duurzame overdracht van landbouwbedrijven, vakkennis en landbouwpraktijken naar de volgende generatie(s). Men richt zich dus tot agro-ecologische bedrijven die produceren voor een lokale markt. Ook in Wallonië nadert een groeiend aantal bio-boeren het einde van hun carrière en wordt bedrijfsoverdracht een belangrijk thema. In tegenstelling tot andere jaren, waar zowel op zaterdag als zondag een producentenmarkt doorging, was er dit jaar bewust voor gekozen om de boerenmarkt enkel op zondag te laten doorgaan zodat op zaterdag de belangstelling helemaal kon gaan naar workshops, infostands en debatten. Een niet-populaire maatregel die zich weerspiegelde in een kleiner aantal bezoekers dan gewoonlijk op zaterdag, maar er wel toe bijdroeg dat de workshops (tot 2 uur lang) van begin tot eind door een vast publiek werden bijgewoond. Ook dat soort consequente keuzes is kenmerkend voor de Waalse aanpak.
In een centrale workshop rond bedrijfsoverdracht, begeleid door Terre-en-Vue (tegenhanger van De Landgenoten) werd gewerkt met de zogenaamde visbokaal-methodiek. In het midden van de tent was een cirkel gevormd met 5 zitplaatsen. Daarin werden in 3 rondes rond verschillende aspecten van het thema telkens 4 ervaringsdeskundigen uitgenodigd om te getuigen. Vervolgens kon iedereen uit het publiek plaats nemen in de binnencirkel en een bijdrage leveren aan het gesprek. Bij elke nieuwe inbrenger moest één van de aanwezigen uit de cirkel vertrekken. Zo ontstond een levendig debat. Opmerkelijk hierbij was het feit dat de aanwezige boeren vooral vanuit hun beleving spraken en vaak emotionele getuigenissen aflegden, die weliswaar onthaald werden op applaus vanuit het publiek, maar zelden heel concrete informatie bevatten. Zo kwamen we bij géén van de voorbeelden te weten voor welke rechtsvorm bij de bedrijfsoverdracht was gekozen, wat de afspraken waren omtrent het inkomen van overlater en overnemer, hoe het woonrecht was geregeld en of er beroep gedaan was op externe begeleiding. Naar Vlaamse normen dus eerder vaag. Maar toch bleken de Waalse aanwezigen tevreden omdat ze de boerenziel in het gesprek hadden gevoeld en de diepe bekommernissen van de overlatende (oudere) en overnemende (jongere) boeren hadden gehoord. En misschien is dat wel belangrijker dan die concrete informatie ….
Opleiding voor nieuwe starters
Deze beurs was ook een goede gelegenheid om nog eens uit te wisselen met de Waalse collega’s rond opleiding en vorming voor de bio-landbouw. Ook op dat vlak lopen de ontwikkelingen in Vlaanderen en Wallonië niet gelijk. Het aantal opleidingsmogelijkheden in de biolandbouw in Wallonië is veelvuldig en gespreid over diverse organisaties en regio’s, wat ook blijkt uit de overzichtsbrochure die is opgemaakt door Biowallonie (tegenhanger van het Vlaamse Bioforum). Maar de keerzijde van de medaille is dat er blijkbaar weinig onderlinge samenwerking of afstemming plaats vindt, waardoor de verschillende initiatieven naast elkaar werken en door een systeem van openbare aanbesteding door de overheid tegen elkaar worden uitgespeeld. Bovendien zijn heel wat opleidingsmogelijkheden (CRABE, Ecole Paysanne Independante, Espace-test) beperkt tot 1 jaar én tot de bio-groententeelt.
Een interessante ontwikkeling van de laatste jaren is wél het ontstaan in Wallonië en Brussel van zogenaamde testwerkplaatsen in de landbouw (espace-test): plaatsen waar aankomende nieuwe boeren één (of meerdere) seizoen(en) in een omkaderde omgeving hun agrarisch ondernemerschap kunnen uittesten. De 3 Waalse en de Brusselse testwerkplaats hebben zich recent verenigd in een netwerkje en wisselen onderling ervaringen uit. Zij maken ook deel uit van het veel grotere Franse netwerk van testwerkplaatsen (RENATA) dat al langer ervaringen bundelt en uitwisselt. Ook binnen Landwijzer onderzoeken we de mogelijkheden die één of meerdere Vlaamse testwerkplaatsen zouden kunnen bieden.
Volgende editie
Verder zijn van deze ‘Petite Foire’ nog bijgebleven:
- de vele organisaties die er een infostandje hadden
- de actiegroepen (waaronder Brigade d’Action Paysanne) die vrijwilligers bij elkaar brengen om boeren in nood te helpen of gronden te bezetten, die aan de landbouw dreigen te worden onttrokken
- de passage op de beurs van een actiegroep voor een meer open grensbeleid ten aanzien van vluchtelingen (het activisme reikt verder dan enkel landbouw of ecologie)
- de ongedwongen, familiale sfeer.
Volgend jaar is het de 10e editie, laatste weekend van juli. Carpooling vanuit Vlaanderen valt te organiseren …
Geert Iserbyt